Konikpaarden ter illustratie

In samenwerking met

Omroep Flevoland

NOS Nieuws

Voor de 52 konikpaarden die sinds september werden opgevangen in natuurgebied Lauwersmeer, is geen nieuwe plek gevonden. Ruim de helft van de paarden is daarom gedood, meldt Staatsbosbeheer.

De konikpaarden moesten in september weg uit het Oostvaardersveld bij Lelystad vanwege de grote klis, een stekelige plant die gevaarlijk kan zijn voor paarden.

Achttien paarden werden afgemaakt en 52 van de 70 dieren verhuisden naar het natuurgebied op de grens van Friesland en Groningen. De gemeente Noardeast-Fryslân was daar niet blij mee, omdat de paarden zaden van de grote klis mee zouden kunnen brengen.

‘Serieuze pogingen’

De dieren zouden tot december blijven omdat de grond daarna te drassig wordt. Staatsbosbeheer ging op zoek naar een permanente locatie voor de 52 paarden. “Staatsbosbeheer heeft serieuze pogingen gedaan om op deze termijn voor de paarden een andere plek in binnen- of buitenland te vinden. Dat is helaas niet gelukt”, aldus de beheerder van het natuurgebied.

22 (deels drachtige) merries en twee veulens zijn niet afgemaakt. Als het te nat wordt, zullen ze naar een andere plek in het Lauwersmeergebied worden gebracht. Staatsbosbeheer belooft de 24 konikpaarden goed te monitoren en indien nodig bij te voeren.

De merries vallen vanaf volgend jaar onder het reguliere kuddebeheer van het Lauwersmeergebied. Daar grazen al ongeveer 300 Schotse Hooglanders en nog eens 200 konikpaarden.

Grote klis

Staatsbosbeheer zegt dat de meeste bollen van de grote klis inmiddels uit de manen en staarten van de paarden zijn verdwenen. Een speciale werkgroep houdt minstens twee jaar lang in de gaten of er toch grote klis gaat groeien in het gebied. Als dat gebeurt, zal Staatsbosbeheer de planten met wortel en al uitgraven of maaien.

Dierenactivisten hebben de afgelopen maanden aandacht gevraagd voor de konikpaarden in het gebied, schrijft Omroep Flevoland. “Het kan toch niet dat een natuurorganisatie dierenmishandeling ‘oplost’ door de dieren naar het slachthuis te sturen”, zei Chantal van het Hart in een videoboodschap.

Share.
Exit mobile version