NOS Nieuws•
-
Anna Mees
redacteur Binnenland
-
Anna Mees
redacteur Binnenland
Ze zijn allemaal in de ruimte geweest, sommigen samen en sommigen meerdere keren. Op aarde zien deze internationale astronauten elkaar jaarlijks op het Planetary Congress van de Association of Space Explorers.
Van China tot de VS en van Turkije tot Brazilië: zo’n zeventig astronauten komen vanaf vandaag een week lang samen in Noordwijk. Voor het eerst vindt dit congres in Nederland plaats.
De ontwikkelingen op ruimtegebied volgen elkaar de laatste jaren in rap tempo op. Duizenden satellieten zweven rond, de eerste commerciële vluchten zijn de ruimte in gegaan – het begin van ruimtetoerisme – en landen wedijveren weer wie de eerstvolgende keer mensen op de maan zet (ditmaal niet de VS en Rusland, maar de VS en China).
Ook Nederland zit niet stil. Zonnepanelen uit Leiden gaan naar de maan, het International Space Station (ISS) heeft een grotendeels Nederlandse robotarm en rechtsgeleerden buigen zich hier over de vraag van wie de maan is.
Deze Wageningse wetenschapper probeert aardappels op nagemaakte Marsbodem te telen. Kijk mee bij zijn eerste oogst:
Aardappel heeft het zwaar in zoute ‘Marsbodem’
Het zijn een paar van de onderwerpen die de astronauten uit onder meer Canada, Japan en veel Europese landen vandaag bespreken in het European Space Research and Technology Centre (ESTEC) van de Europese ruimteorganisatie European Space Agency (ESA).
De Nederlandse astronaut André Kuipers, gastheer van het congres, kijkt uit naar de presentatie van India, dat grote ambities heeft. “Wat zijn ze daar van plan? En in China, ook een grote speler in het veld?”
Enkele van de aanwezigen op het congres:
Grote afwezigen zijn Russische astronauten, zoals Gennadi Padalka en Oleg Kononenko met wie Kuipers in het ISS verbleef (in 2004 en 2011). “De ruimte is de enige plek waar we nog samenwerken met Rusland, maar voor het congres krijgen ze geen visum. Begrijpelijk, maar ook heel jammer.”
Kuipers heeft overlegd met verschillende medewerkers van het ministerie van Buitenlandse Zaken, vertelt hij. Vanwege de sancties die werden ingesteld na de invasie in Oekraïne zijn de Russen niet welkom in Nederland. “De conclusie was: het is niks persoonlijks, maar dit zijn de regels, het gaat niet lukken.”
Heel veel astronautencollega’s zijn ambassadeurs van de aarde geworden.
De Association of Space Explorers werd opgericht in 1985, ten tijde van de Koude Oorlog, door een kleine groep astronauten uit onder meer de Sovjet-Unie en de VS om het belang van internationale samenwerking te onderstrepen. Inmiddels heeft de vereniging ruim 400 leden uit 38 landen.
Veel van hen worden na hun ruimtemissies pleitbezorger van natuurbehoud en zorg dragen voor de aarde, zegt Kuipers, die hier ook veel mee bezig is. “De aarde is prachtig, maar ook heel kwetsbaar. Je bent er zo omheen, in anderhalf uur. Je ziet hoe klein en beperkt onze planeet is. Heel veel astronautencollega’s, of ze nu uit Brazilië, Rusland of Amerika komen, zijn ambassadeurs van de aarde geworden. Ik ken geen astronaut die zegt: ‘Rommel maar wat aan met die planeet’.”
Kuipers is niet alleen bezorgd om de verwoesting en vervuiling van de aarde die hij vanuit de ruimte goed heeft kunnen zien, ook om het puin in de ruimte zelf. “Tot nu toe zijn de meeste satellieten nuttig, voor communicatie en aardobservatie bijvoorbeeld. Wij willen dat als een bedrijf puin in de ruimte veroorzaakt, het dit ook weer terugbrengt en dat het geen gevaar vormt voor ruimteschepen en satellieten.”
In een van de werkgroepen op de conferentie bespreken astronauten daarom hoe ze ruimtepuin verantwoord te lijf kunnen gaan, en daarover adviseren ze de agentschappen zoals ESA en NASA.
“Commerciële bedrijven kunnen denken: satellieten zijn lekker goedkoop, het maakt niet uit. Maar we willen voorkomen dat peperdure satellieten in de ruimte beschadigd raken. China wil ook veel objecten de ruimte in brengen. We moeten oppassen dat het daarboven niet te vol wordt.”
Na de opening en presentaties van vandaag gaan de internationale astronauten de komende dagen het land in. “We gaan naar scholen, universiteiten en bedrijven om kennis te delen en vragen te beantwoorden”, zegt Kuipers. “Dat vinden we heel belangrijk: iets teruggeven aan het gastland, de belastingbetaler.”