In samenwerking met
RTV Utrecht
NOS Nieuws•
Behalve Kamp Westerbork willen ook de vier andere herinneringscentra van de Tweede Wereldoorlog extra financiële steun van de overheid. Ze krijgen op dit moment niet voldoende geld van het Rijk om verder te ontwikkelen, schrijven de vier directeuren in een brief aan het ministerie van VWS.
De ondertekenaars zijn de directeuren van de voormalige kampen in Amersfoort en Vught, het Nationaal Monument Oranjehotel en het Indisch Herinneringscentrum in Den Haag. Samen met Kamp Westerbork zijn dat de vijf nationale herinneringscentra.
Stijgende bezoekers, dalende subsidies
De subsidie die VWS sinds 1998 toekent, is volgens de vier directeuren niet meer toereikend. Bovendien wordt de financiële steun binnenkort minder, omdat het kabinet gaat snijden in de subsidies voor de cultuursector.
Het geld dat de herinneringscentra van het Rijk krijgen, dekt volgens de directeuren vooral behoud en beheer, schrijft RTV Utrecht. En dat terwijl de centra hun bezoekersaantallen de afgelopen jaren zien toenemen. Gezamenlijk werden de vier centra in 2022 door zo’n 120.000 mensen bezocht. Een jaar later was dat toegenomen tot bijna 150.000 bezoekers.
De directeuren beschrijven ook de steeds groter wordende vraag naar educatie over de oorlog, polarisatie en antisemitisme. “We zijn niet berekend op de sterke groei en uitbreiding van taken”, zegt Jeroen van der Eijnde, directeur van Kamp Vught, tegen Omroep Brabant. “We kunnen het enorme potentieel van de plek er nu niet uit halen. Dit ondanks de inzet van ruim 140 vrijwilligers.”
Westerbork
De vier centra luiden de noodklok in navolging van Kamp Westerbork. Directeur Bertien Minco bood vorige week een petitie aan in Den Haag met het verzoek om extra hulp van het Rijk. Volgens haar zit het kamp financieel in de problemen en heeft het dringend hulp nodig.
Vorige week stelde Kamerlid Wieke Paulusma van D66 voor om een wijziging in de begroting op te nemen om het Drentse herinneringscentrum uit de eerste financiële nood te helpen.
Het zou dan gaan om een bijdrage van 200.000 euro voor volgend jaar. “Een goede eerste stap”, zei Paulusma daar vorige week over. Een meerderheid van de Kamer heeft toegezegd de begrotingswijziging te steunen. Naar verwachting wordt binnen een paar weken over het voorstel gestemd.