NOS Nieuws•
-
Sven Schaap
redacteur Klimaat
-
Sven Schaap
redacteur Klimaat
Met tienduizenden mensen, vaak per vliegtuig, massaal naar een uithoek van de wereld trekken om daar te praten over internationaal klimaatbeleid. Dat het klimaatafspraken en -beleid oplevert, blijkt keer op keer, maar moet het zo massaal? De roep om de almaar uitgedijde klimaattop flink af te slanken klinkt steeds luider. Toch blijven bezoekers ook de waarde benadrukken, zeker als je niet uit een westers land komt.
Ruim 66.000 mensen uit bijna 200 landen registreerden zich voor de klimaattop in de Azerbeidzjaanse hoofdstad Bakoe. Hierbij gaat het niet alleen om officiële afvaardigingen van landen, maar ook om bijvoorbeeld journalisten, activisten en vertegenwoordigers van belangenorganisaties.
Zo groot als het nu is, is het niet altijd geweest. Op de eerste klimaattop, in 1995 in Berlijn, liepen maar een paar duizend man rond. Pas vanaf de toppen in Kopenhagen (2009) en Parijs (2015) werden dat er tienduizenden, met als absoluut hoogtepunt de top van vorig jaar in Dubai, toen 80.000 mensen bijeenkwamen.
Broedplaats
Nog altijd zijn de onderhandelingen het hart van de top, en die worden steeds ingewikkelder, waardoor landen grotere delegaties sturen. Maar ook om die onderhandelingen heen gebeurt van alles. Dagelijks zijn er tientallen bijeenkomsten en vele demonstraties. Er is ook een hal met paviljoenen waar landen en organisaties zich presenteren en ook weer bijeenkomsten organiseren. Nederland neemt in Benelux-verband deel aan een (sober) paviljoen.
“Het begon met een soort side events en dat heeft zich van lieverlee uitgebreid”, vertelt klimaatexpert en voormalig onderhandelaar Leo Meyer, die in 1998 voor het eerst aanwezig was bij een – veel rustigere – klimaattop. “Het heeft als een magneet gewerkt. Het werd steeds meer een ontmoetingsplaats. Een heel goede manier om afspraken te maken en samenwerkingen op te zetten; een broedplaats.”
Juist het samenzijn, soms ver van je eigen land, maakt het mogelijk om afspraken te maken. Meyer: “Wat mij is opgevallen is dat er allerlei formele grenzen verdwijnen als je met velen samen bent op een vreemde plek op de aardbol. Je zoekt elkaar op, gaat met elkaar uit eten, krijgt ontzettend veel prikkels binnen. Dan vallen er toch veel taboes weg. Met elkaar in den vreemde, dat werkt gewoon beter dan via Zoom en Teams.”
Waar gaan de onderhandelingen bij de klimaattop dit jaar in Azerbeidzjan over?
Dit is wat jij moet weten over de klimaattop(pen)
Toch is de internationale drukte, met al het vliegverkeer – zoals geregeld ook privéjets – van dien, een beetje een gek gezicht. Want hoewel de wereldwijde CO2-uitstoot niet drastisch omhoog zal gaan van al het klimaattopverkeer, ziet het er ongelukkig uit als mensen die professioneel stilstaan bij CO2-uitstoot en de gevolgen daarvan massaal het vliegtuig pakken.
Ook (ervarings)deskundigen hebben er hun bedenkingen bij. Op deze manier werkt de klimaattop niet meer, schreef een groot aantal prominenten uit de klimaatdiplomatie, onder wie oud-VN-secretaris-generaal Ban-ki Moon vorige week in een open brief. Zij pleiten voor kleinere toppen die veel slagvaardiger zijn.
Buitenkans voor arme landen
Peer de Rijk van Milieudefensie snapt de kritiek, maar benadrukt ook de voordelen van een grote top als deze. “Het heeft wel een functie. Het is ook nodig en nuttig om in de kring om de onderhandelingen heen met elkaar te zijn, plannen te maken en druk te zetten op de fossiele lobbyisten die hier rondlopen.” Wat volgens hem wel minder kan, is het “circus” eromheen: de bedrijvenpaviljoens en presentaties van technische ontwikkelingen.
Bovendien zijn dit soort toppen voor arme landen een buitenkans, benadrukt De Rijk. “Het is wel een van de weinige VN-processen waartoe ook het mondiale zuiden relatief goed toegang heeft.”
Kortom: waar je de rest van het jaar als rijk land vrij gemakkelijk om arme landen in bijvoorbeeld Afrika of Azië heen kan, is dat op de top geen optie. “Voor hen is het wel heel belangrijk om in voldoende mate te kunnen aanhaken en meedoen.”