NOS Nieuws•
Bij de pro-Palestijnse protesten op verschillende locaties van de Universiteit van Amsterdam afgelopen mei is het de politie niet altijd gelukt om onderscheid te maken tussen demonstranten en relschoppers. Dat schrijft de politie in een evaluatie van het politieoptreden en het toegepaste geweld bij de demonstraties. De Amsterdamse gemeenteraad had om die evaluatie gevraagd.
Het gaat om de periode van 6 tot en met 13 mei, volgens de politie “een ongekende week met veel politie-inzet, conflict en wrijving”.
“Daarbij is door de politie ook geweld gebruikt tegen demonstranten die niet moedwillig de confrontatie zochten. Ik denk dat veel studenten zich vooraf niet goed hebben gerealiseerd dat het niet opvolgen van een vordering uiteindelijk kan leiden tot een fysiek optreden. De ontruimingen gingen er soms hard aan toe en ook ik vond de beelden van die confrontaties ingrijpend”, schrijft de Amsterdamse politiechef Peter Holla.
‘Agenten aangevallen’
De protesten op de UvA trokken mensen aan die daar niet studeerden en, volgens politie-informatie, uit waren op het verstoren van de demonstratie en de openbare orde. “Zij pleegden vernielingen en kaapten de demonstratie van de vreedzame demonstranten”, staat in de evaluatie.
De politie beschrijft hoe terreinen van de UvA door deze groep werden gebarricadeerd en dat ze er niet in slaagde contact te krijgen met de actievoerders. Een deel van deze groep droeg gezichtsbedekkende kleding en was uit op confrontatie. Hun manier van actievoeren leek op die van extreemlinkse en/of anarchistische groepen, aldus de politie.
“Agenten zijn bekogeld met stenen en zwaar vuurwerk, werden met brandblussers in hun gezicht gespoten en werden zelfs aangevallen met ammoniak. Strafbare feiten die niets met demonstreren te maken hebben”, aldus Holla.
Vier aangiftes
In de onderzochte week heeft de politie naar eigen zeggen veelvuldig geweld toegepast. In twee gevallen stond het geweld “niet in verhouding tot het beoogde doel”, concludeert de hulpofficier van justitie.
Over dat geweld zijn 24 klachten binnengekomen van mensen die zeggen fysieke of mentale schade te hebben opgelopen. Vier mensen hebben aangifte gedaan. De andere twintig waren volgens de politie tevreden met een gesprek.
De protesten op onder meer het Binnengasthuisterrein en de Roeterseilandcampus richtten zich tegen de banden van de UvA met Israëlische universiteiten. Sommige betogers vernielden delen van de universiteitsgebouwen. Eerder deze maand werd duidelijk dat de totale kosten van de daardoor ontstane schade ruim 4,1 miljoen euro bedragen.