NOS Nieuws•
Volkswagen trekt zich terug uit de omstreden autofabriek en testcircuits in de Chinese provincie Xinjiang. Volkswagen en zijn Chinese partner SAIC Motor hebben deze bezittingen verkocht aan het Chinese staatsbedrijf SMVIC.
Mensenrechtenactivisten hebben al langer kritiek op de activiteiten van Volkswagen, en andere bedrijven, in Xinjiang. China onderdrukt er de moslimminderheid. Leden van deze minderheid worden volgens mensenrechtenorganisaties massaal tot dwangarbeid gedwongen.
Volkswagen onderzocht vorig jaar of dat in zijn fabriek ook zo was. De conclusie luidde dat daar geen aanwijzingen voor waren. Critici zeiden dat bij dit onderzoek de anonimiteit van de ondervraagden niet was gegarandeerd.
Volkswagen zegt dat het zich om economische redenen uit Xinjiang terugtrekt. De activiteiten zijn zwaar verliesgevend. Sinds 2019 worden in de fabriek in de hoofdstad Urumqi geen auto’s meer gebouwd. Die fabriek was toen pas zes jaar oud. Er werken nu nog zo’n 200 mensen.
Verlenging samenwerking
Volkswagen verlengt de samenwerking met SAIC Motor tot 2040. Het bedrijf zit in zwaar weer, onder meer omdat het in China, het belangrijkste afzetland, steeds meer concurrentie krijgt van Chinese elektrische auto’s.
Volkswagen is ook eigenaar van Audi. Het wil met SAIC Motor tussen 2026 en 2030 achttien nieuwe Volkswagen- en Audimodellen op de markt brengen. Vijftien daarvan zijn uitsluitend voor de Chinese markt bestemd. Dat moet in China een verkoop van 1 miljoen auto’s per jaar opleveren en een marktaandeel van 15 procent. Dat aandeel bedroeg vorig jaar 14,5 procent.