NOS Nieuws••Aangepast
Syrische strijdkrachten erkennen dat ze terrein hebben verloren in Aleppo, de miljoenenstad in het noordwesten van Syrië waar rebellen van Hayat Tahrir al-Sham (HTS) een offensief zijn gestart. Gisteren bereikte die groep Aleppo, na onverwachte successen in de strijd tegen het regeringsleger.
Het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten, een organisatie die werkt vanuit Londen en veel bronnen heeft in het gebied, zegt dat de rebellen inmiddels het grootste deel van Aleppo in handen hebben. Sinds de start van het offensief, woensdag, zijn volgens cijfers van de organisatie meer dan 300 doden gevallen.
Ooggetuigen zeggen tegen persbureau Reuters dat duizenden auto’s de stad Aleppo verlaten via een weg die nog in handen is van het regeringsleger.
Het Syrische leger noemt de terugtrekking tijdelijk en spreekt van een hergroepering. Het leger zegt dat het zich voorbereidt op een tegenoffensief. Het leger erkent ook dat er tientallen militairen zijn gedood, niet alleen in Aleppo, maar ook bij gevechten in de regio Idlib. Die ligt eveneens in het noordwesten van Syrië.
Bij een tegenaanval van het leger kreeg Syrië vannacht hulp van Rusland. Dat voerde met een of meerdere gevechtsvliegtuigen luchtaanvallen uit op Aleppo. Daarbij zouden meerdere leden van HTS zijn gedood.
Het is voor het eerst sinds 2016 dat Rusland, dat het regeringsleger van president Assad steunt, luchtaanvallen uitvoert op Aleppo. Sinds 2015 mengt het land zich in de Syrische burgeroorlog die in 2011 begon nadat Syrië protesten voor meer vrijheid en democratie hard had neergeslagen.
Rusland noemt de aanval door HTS een “schending van de Syrische soevereiniteit” en wil dat Syrië zo snel mogelijk “de constitutionele orde herstelt”.
Volgens het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten zijn er door het geweld van de afgelopen dagen meer dan 50.000 burgers op de vlucht geslagen. De organisatie telde sinds het begin van het offensief bijna 30 burgerdoden.
Dit offensief doet veel met de bevolking in Syrië. “Vooralsnog is het chaos”, zegt journalist en Syrië-kenner Fernande van Tets in het NOS Radio 1 Journaal. Ze sprak vanochtend de familie van een vriendin in Aleppo. Die vertelde niet te weten waar ze aan toe zijn.
“Het gaat allemaal zo snel op dit moment. We moeten gaan zien wat hier nu gaat gebeuren, maar uiteindelijk komt dit op een moment dat de mensen in Syrië het al heel erg lastig hebben.” Zo gaat het economisch bijvoorbeeld erg slecht met het land.
Voormalige rebellen
“De vraag is natuurlijk als je iets inneemt of je het kan houden”, zegt Van Tets. “Het is wel heel frappant dat er tussen 2012 en 2016 jarenlang is gevochten om deze stad en dit nu in twee of drie dagen is gebeurd. Wat je vooral moet doen, is naar andere delen van het land kijken.” Het zou zo kunnen zijn dat andere groeperingen zich willen aansluiten bij het offensief.
Bepaalde groepen hebben zich hier al over uitgesproken, zegt Van Tets. “In Daraa, het gebied helemaal in het zuiden, zijn nog heel veel voormalige rebellen die zich destijds hebben overgegeven. Zij bezitten nog steeds hun wapens en hebben al langer schermutselingen met het regime, over bijvoorbeeld kidnappings en arrestaties. Als zich hierbij aansluiten dan heeft Assad een probleem. Dan komt het offensief dus van twee kanten.”