NOS Nieuws•
Bijna een half jaar na het aantreden van zijn kabinet blikt premier Schoof in de Volkskrant terug op de tumultueuze eerste maanden van zijn premierschap. Hij zegt dat hij het nooit hardop heeft uitgesproken, maar dat de coalitie weet dat hij elk moment kan opstappen. “Ik heb weleens gedacht: wat gebeurt hier allemaal? En zij zullen ongetwijfeld weleens hebben gedacht: blijft hij wel premier?”
Als onverkozen volksvertegenwoordiger zonder partij weet Schoof dat dreigen met opstappen zijn belangrijkste machtsmiddel is. Toch heeft hij dat dreigement nooit ingezet in gesprekken binnen de coalitie. “Ze weten allemaal dat die kaart in mijn binnenzak zit. Voor mijn loopbaan heb ik deze post niet nodig, voor mijn pensioen ook niet.”
Schoof zegt tegelijkertijd dat duidelijk is dat hij die kaart niet snel zal trekken. “Zeker niet gezien de huidige geopolitieke situatie. Het is superonrustig in de wereld. Het is belangrijk dat Nederland een stabiel bestuur heeft. Dat houdt me op de been.”
‘Een normaal akkoord’
Een voorwaarde om deze ongebruikelijke stap in zijn loopbaan te zetten, was dat hij uit de voeten kon met het hoofdlijnenakkoord. Dat betekent echter niet dat het document hem ook aansprak, zegt hij. “Als iets je aanspreekt, heeft het je hart. Maar het was een normaal akkoord, zonder rabiate dingen. Daar kon ik zonder meer ‘ja’ op zeggen.”
Migratie en asiel werd het belangrijkste thema van de verkiezingscampagne, en na het aantreden beloofde het nieuwe kabinet het “strengste asielbeleid ooit” te realiseren. Schoof noemt migratie “natuurlijk ook een van de grootste problemen”, waar hij in zijn eerdere functies – als directeur van de Immigratie- en Naturalisatiedienst en als Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding – ook nauw bij betrokken was.
“Als ik dat allemaal meeneem, concludeer ik dat we echt selectiever moeten zijn. Bij arbeidsmigratie zullen we veel meer maatwerk moeten leveren. Dat wil zeggen dat je arbeidsmigratie modelleert naar de economie die je wilt. Maar je zult ook echt op asielgebied stevige maatregelen moeten nemen.”
Op zijn laatste persconferentie voor het kerstreces erkende Schoof dat het moeizame maanden waren. “Dat heeft iedereen kunnen zien.” Desondanks bleef hij optimistisch: “We willen leveren. Dat is ons doel, ook voor komend jaar.”
‘Halleluja’
Over zijn eigen rol als partijloos premier van een kabinet waarvan de partijleiders in de Tweede Kamer zitten, zegt hij tegen de krant: “Voor mij is steeds de vraag: wanneer doe ik een stap naar voren? Dat is steeds weer anders. Als een bepaalde kwestie primair de verantwoordelijkheid van het kabinet is, moet ik de verantwoordelijkheid nemen. Maar als het primair het hoofdlijnenakkoord raakt, is het logisch dat de fractievoorzitters het initiatief nemen.”
Over persoonlijke kritiek op hem zegt Schoof dat hij “een zekere resistentie” heeft opgebouwd. “Al kan ik niet zeggen dat het me helemaal niets doet. Af en toe denk ik wel: halleluja. Het is belangrijk om de kritische geluiden te blijven horen. Want als ik op straat loop, zijn er toch verrassend weinig mensen die tegen mij zeggen dat ik een onvoorstelbare eikel ben die een rechts kabinet in het zadel houdt wat het einde van de wereld gaat betekenen.”
De premier doet ook een oproep aan Nederlanders om hun best te doen meer begrip voor elkaar en elkaars positie te krijgen. “Ik zou mensen bijna willen oproepen: praat met elkaar, luister naar elkaar. Daarin zie ik ook een taak voor mezelf weggelegd.”