NOS Nieuws•
Sinds de val van het Syrische regime zijn ruim 25.000 Syriërs die in Turkije woonden teruggekeerd naar hun eigen land. Dat is zeven keer meer dan het gemiddelde aantal terugkeerders sinds 2017, heeft de Turkse minister van Binnenlandse Zaken Yerlikaya bekendgemaakt.
Volgens VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR woonden de meesten in Istanbul, Gaziantep en Hatay en zijn ze naar de Syrische steden Aleppo, Idlib en Latakia vertrokken.
Sinds het uitbreken van de burgeroorlog in 2011 zijn zes miljoen Syriërs naar het buitenland gevlucht, vooral naar buurlanden. Meer dan drie miljoen Syriërs, het grootste deel van de vluchtelingen, worden in Turkije opgevangen.
Libanon huisvest de op een na grootste groep Syrische vluchtelingen in de regio, gevolgd door Jordanië en Irak. In Europa heeft Duitsland de grootste groep Syriërs opgevangen.
Bekijk hier hoe de eerste Syriërs wachten tot ze vanuit Turkije de grens kunnen oversteken :
Terugkerende Syriërs overnachten bij Turkse grens
Vanuit Jordanië zijn er volgens de UNHCR sinds de val van het Syrische bewind op 8 december bijna 13.000 Syriërs teruggekeerd naar hun land.
De UNHCR schat dat er sindsdien in totaal zeker 51.000 mensen uit omliggende landen zijn teruggegaan naar Syrië. De organisatie vindt dat er relatief weinig mensen terugkeren, maar ziet wel een stijgende trend.
De meeste Syriërs willen graag terug, maar wachten eerst de politieke ontwikkelingen in hun moederland af. Pas als het land stabiel genoeg is, zullen er meer volgen, verwacht de UNHCR.
Bekijk hier hoe correspondent Daisy Mohr de grens tussen Libanon en Syrië overstak:
Grens tussen Libanon en Syrië vrijwel onbewaakt: ‘Welkom in Syrië’
In Turkije hebben Syriërs al lange tijd te maken met anti-Syrische sentimenten. Door onvrede over de economische situatie en de hoge inflatie werden Syriërs het doelwit van aanvallen.
De regering en de oppositie zien de Syriërs liever vertrekken. Zo had president Erdogan eerder het plan om twee miljoen Syriërs terug te sturen naar zogenoemde ‘safe zones’ in Noord-Syrië.