In samenwerking met
RTV Noord
NOS Nieuws•
Na jaren van discussie gaat het vanaf 7 april gebeuren: in coffeeshops in tien Nederlandse gemeenten is dan legaal geteelde wiet te koop. RTV Noord mocht alvast binnenkijken in de twee ‘wietfabrieken’ in de provincie Groningen, waar die wiet onder toeziend oog van de overheid wordt geteeld.
Tijdens de zogenoemde wietproef wordt gedurende vier jaar onderzocht of legale productie, distributie en verkoop van cannabis in Nederland mogelijk is. Sinds de jaren 70 kent Nederland een gedoogbeleid waarbij de verkoop van wiet en hasj in coffeeshops in kleine hoeveelheden is toegestaan, maar de productie en toevoer nog altijd verboden is en ‘via de achterdeur’ moet.
Er zijn inmiddels zeven bedrijven die legale cannabis telen. Twee ervan zitten in de provincie Groningen en daar komt nog een derde bij. Van geheimzinnigheid is in ieder geval bij Q-Farms in Veendam geen sprake.
“Er komt nog een groot lichtbord met onze naam op het pand”, zegt algemeen directeur Claas van Os tegen RTV Noord. Zelf heeft hij het liever over een productiefaciliteit dan een fabriek, omdat dat volgens hem meer eer doet aan het proces van het kweken van optimale wiet.
30 miljoen euro
Voor de productiefaciliteit was 30 miljoen euro nodig, waarvan de helft door de bank is gefinancierd. “Dat geeft ook wel aan dat er veel vertrouwen is in het welslagen van onze wietproductie”, zegt Van Os.
Op de eerste verdieping van het bedrijf groeien de eerste planten. In twee zogeheten cellen staan 4000 zaailingen die Q-Farms heeft gekweekt. In een andere cel staan moederplanten, die worden gebruikt om te stekken.
“De toppen van onze planten worden tot wiet gedroogd in speciale droogkamers”, vertelt Van Os. “Als we straks volop draaien, leveren we 8000 kilo wiet en 1000 kilo hasj per jaar. Er staan hier straks meer dan 200.000 planten, waardoor we hele jaar door kunnen oogsten.”
Veel stroom
Dankzij felle lampen, een constante temperatuur van rond de 25 graden en water vol voedingsstoffen groeien de iele plantjes in korte tijd uit tot fikse wietplanten. “Over een week of acht kunnen we hiervan oogsten”, zegt de directeur terwijl hij naar een klein plantje wijst.
Dat proces kost heel veel stroom. “Ondanks allerlei duurzame maatregelen gebruiken we heel veel elektriciteit”, zegt Van Os. “Toch denk ik dat we eigenlijk energie aan het besparen zijn. De teelt van de wiet die nu in de coffeeshops wordt verkocht, is illegaal en veel minder geavanceerd. Dat kost veel meer elektriciteit, die vaak ook nog eens illegaal wordt afgetapt.”
Over de beveiliging van zijn bedrijf maakt Van Os zich geen zorgen. “Alle producten worden beneden in de kelder bewaard in een grote kluis. De wiet en hasj worden hier opgehaald door auto’s die gebruikt worden voor waardetransport, die hun vracht afleveren bij de coffeeshops. Alles moet via QR-codes en track-and-tracecodes traceerbaar zijn. Elke plant krijgt dan ook een eigen code. De overheid wil exact kunnen zien wat er gebeurt.”
In de fabriek is straks werk voor zo’n tachtig tot negentig mensen. Personeel wordt steekproefsgewijs gecontroleerd op diefstal en in de gaten gehouden met camera’s. “We vragen veel van het personeel”, geeft Van Os toe. “Daar willen we wel wat voor terugdoen. Vandaar dat we straks een luxe bedrijfskantine hebben, bijvoorbeeld.”
Wietkoekjes
Holigram in Nieuw Beerta kon eind vorig jaar al voor het eerst succesvol oogsten. Het bedrijf heeft achttien kweekcellen, waarvan er nu acht in gebruik zijn. Een deel van de cellen heeft twee verdiepingen waar planten staan.
Holigram legt zich, net als Q-Farms, niet alleen toe op de productie van wiet, maar er worden straks ook zogenoemde edibles als cannabiskoekjes gebakken. Verder zullen er voorgerolde joints worden geproduceerd.
“Ik denk dat we rond de 3 miljoen exemplaren per jaar gaan maken”, zegt accountmanager Patrick Stevens. “En het is de bedoeling om zes soorten hasj en dertig soorten wiet te produceren. Voor elk wat wils.”
Het bedrijf denkt niet dat de investering van 20 miljoen euro er over vier jaar uit is. “Maar we willen aantonen dat dit experiment succesvol is. Daarna kunnen we verder uitbouwen.”