NOS Nieuws•
-
Merel Stikkelorum
redacteur Binnenland
-
Merel Stikkelorum
redacteur Binnenland
Het is hormoonverstorend, schadelijk voor het immuunsysteem en slecht voor de vruchtbaarheid: bisfenol A (BPA). We krijgen er veel te veel van binnen omdat het in verpakkingen zit waar we dagelijks uit eten en drinken. Per deze week geldt een verbod vanuit de Europese Unie. Maar dat wil niet zeggen dat het direct verdwenen is uit al die producten.
Vershoudbakjes, broodtrommels, herbruikbare plastic flessen en koffiebekers: in heel veel voedsel- en drankverpakkingen zit BPA of een aanverwante chemische stof. Ook in coatings van bijvoorbeeld (drank)blikjes en potdeksels en in kartonnen koffiebekers is het gebruik hiervan populair.
Dat komt omdat BPA een aantal heel handige eigenschappen heeft. Het versterkt bijvoorbeeld kunststoffen en voorkomt aantasting van bepaalde metalen. Daarom wordt de stof al tientallen jaren volop gebruikt.
Voortplanting
De laatste jaren is steeds duidelijker geworden dat BPA ook nadelige eigenschappen heeft. Via de verpakkingen komt het in kleine hoeveelheden in voedsel en drinken terecht. Dat is onder meer schadelijk voor het immuunsysteem en de voortplanting en kan het hormoonsysteem verstoren.
Dat leidde in 2011 tot een verbod op het gebruik in babyflesjes. Zeven jaar later werd dit verbod uitgebreid naar voedselverpakkingen voor kinderen jonger dan 3 jaar. Ook zijn er beperkingen ingevoerd voor BPA in inkt op kassabonnen en in kinderspeelgoed.
Veel schadelijker dan gedacht
In de loop der jaren bleek dat BPA bij lagere hoeveelheden schadelijker is dan waar eerder van werd uitgegaan. De Europese voedselveiligheidsautoriteit EFSA stelde daarom in 2023 de gezondheidskundige grenswaarde met maar liefst een factor 20.000 naar beneden bij.
Die grenswaarde geeft aan hoeveel BPA iemand dagelijks maximaal binnen mag krijgen zonder schadelijke gevolgen voor de gezondheid. Die waarde blijken we fors te overschrijden: we krijgen er veel te veel van binnen. Vandaar dat de EU besloot tot het verbod dat per begin deze week is ingesteld.
Dat wil niet zeggen dat BPA direct verdwenen is uit de voedselverpakkingen. Producenten hebben anderhalf tot drie jaar de tijd om alternatieven te vinden. Voor bepaalde toepassingen waar BPA lastiger te vervangen is, gelden zelfs nog langere overgangstermijnen.
‘BPA-vrij’
In welke producten het nog wel zit, kunnen consumenten niet te weten komen, aldus het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Een verplichting van producenten om dit te melden bij de producten die te koop zijn, is er niet. Dat komt omdat consumenten “er van uit moeten kunnen gaan dat die aan de wet voldoen”, aldus het RIVM.
Maar vooralsnog geldt dus de overgangsperiode. Nu al blootstelling aan BPA in verpakkingen vermijden, is volgens het RIVM lastig. “Je kunt kiezen voor meer onverpakt vers voedsel.”
Een aantal bedrijven zet zelf al de claim “BPA-vrij” op de verpakking, aldus het RIVM. “Al is dat vaak op verpakkingsmateriaal waar het sowieso al nooit in zat.”