NOS Nieuws•
Begin vorig jaar waren er in Nederland zo’n 33.000 mensen dakloos. Daarmee is het aantal mensen zonder een eigen woonplek voor het tweede jaar op rij gestegen: begin 2022 ging het om zo’n 27.000 mensen, een jaar later pakweg 30.000, volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Daarvoor daalde het aantal daklozen een paar jaar op rij: begin 2018 werden er nog bijna 40.000 daklozen in Nederland geteld. Voor deze dalingen en stijgingen heeft het CBS geen directe verklaring.
Onder daklozen telt het CBS mensen die buiten, in een auto, kraakpand of vakantiewoning slapen, en mensen die de noodopvang gebruiken. Om het aantal te berekenen maakt de organisatie gebruik van registraties van mensen bij een opvang, voor een bijstandsuitkering of bij de reclassering. Het grootste deel van de dakloze mensen, zo’n 70 procent, staat volgens het CBS echter nergens geregistreerd. Daardoor kan hun aantal niet nauwkeurig becijferd worden. Het aantal van 33.000 dakloze mensen in Nederland is dus een schatting, erkent het CBS.
Verschil tussen grote steden en rest van het land
Bijna de helft van de dakloze mensen in Nederland is in het buitenland geboren: 9 procent in een ander Europees land, 37 procent buiten Europa. Daarbij is een duidelijk verschil te merken tussen de vier grote steden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) en de rest van het land: in de steden is 70 procent van de dakloze mensen buiten Europa geboren, of hebben ze ouders die buiten Europa geboren zijn. Buiten de grote steden ligt dat aandeel lager, op zo’n 48 procent.
Het merendeel van de daklozen is man (83 procent), de meesten (61 procent) zijn tussen 27 en 50 jaar oud.