Aardbevingsslachtoffer Allal Ait Bouloujour

NOS Nieuws

  • Samira Jadir

    correspondent Marokko

  • Samira Jadir

    correspondent Marokko

Een jaar na de verwoestende aardbeving in het hoge Atlasgebergte in Marokko leven de slachtoffers nog altijd in tenten en tijdelijke woningen. Van de belofte van de overheid om het gebied opnieuw op te bouwen is nog nauwelijks iets te merken. De inwoners van de getroffen bergdorpen zijn de wanhoop nabij en voelen zich vergeten door de rest van het land.

De aardbeving duurde in totaal maar enkele seconden, maar heeft er wel voor gezorgd dat 500.000 levens nog altijd ontwricht zijn. In de weken na de ramp presenteerde de overheid een noodpakket. De slachtoffers zouden een jaar lang een maandelijkse uitkering ontvangen van ongeveer 230 euro en er zou geld vrijkomen voor de wederopbouw van het rampgebied. Maar een jaar later zijn de meeste mensen nog altijd niet geholpen.

Verwoeste wegen

Rondom de kleinere steden in het gebied was de infrastructuur al vrij snel na de aardbeving weer hersteld. Aan de verwoeste wegen naar de afgelegen dorpen is vaak nog niets gedaan: zo liggen er op de weg naar het bergdorpje Awsaghml nog steeds grote rotsblokken.

Op veel plekken zijn de vangrails verwrongen of zelfs compleet weggeslagen door het puin dat ook in de maanden na de aardbeving nog regelmatig van de berg af kwam rollen. Nog voor de aardbeving stonden de wegen in deze regio al bekend als de gevaarlijkste wegen in het land.

Fadma Oubrahim woont in Awsaghml en werpt zich op als woordvoerder van de dorpsbewoners. “Niet iedereen heeft geld van de overheid ontvangen. Ook willen bouwvakkers niet naar ons dorp komen om onze huizen te repareren. Ze vinden de wegen te gevaarlijk.”

Sommige inwoners wachten niet langer op hulp van de overheid en zijn zelf begonnen met het repareren van hun huis. Zo ook de 63-jarige Mohammad Oulhouch. Hij is de plaatselijke imam en was het zat om in een tent te wonen. “Ik werd er ziek van. De winters zijn extreem koud en in de zomer is het in de hitte niet uit te houden.” Hij heeft, zegt hij, geen enkele compensatie van de overheid gezien.

Aardbevingsslachtoffers in Awsaghml en Ida Ou Bla wachten al een jaar op hulp:

‘Zelfs als ik compensatie krijg, zal ik dit nooit vergeten’

In het dorp Ida Ou Blal woont de 63-jarige Allal Ait Bouloujour met zijn gezin nog in een zelfgemaakte tent. Iets verderop staat zijn huis. Zijn leven was voor de aardbeving al niet makkelijk. Hij is geboren met een lichamelijke beperking en zijn kansen op de arbeidsmarkt waren nihil. Toch kon hij genoeg geld bij elkaar brengen om een huis te bouwen door allerlei verschillende klusjes te doen in het dorp.

“Ik heb er veertien jaar over gedaan. Steen voor steen. Zoals je kan zien was het nog niet af.” Het grijzen bakstenen huis staat op instorten. Op de dag van de aardbeving is hij gered door zijn zoon. “Het is allemaal in handen van God geweest dat ik het heb overleefd.” Sinds de aardbeving manifesteert Bouloujour zich als actievoerder en schrijft hij regelmatig brieven naar de overheid. Een antwoord heeft hij tot op heden nog niet gekregen.

Zijn vrouw Aicha staat in de keuken. Ze vertelt dat ze eigenlijk gewoon dakloos zijn. Soms slaapt ze nachten niet, uit vrees dat mensen de weinige spullen die ze nog hebben komen stelen. “Als mijn man naar een grote stad gaat om te demonstreren, blijf ik hier alleen achter met mijn dochters. Soms huren we dan iemand in die onze tent kan bewaken. Zo kan ik af en toe ook weer eens een hele nacht slapen.”

Naast het huis van Bouloujour en zijn gezin staat een groot geel huis waarvan de muren de aardbeving niet hebben overleefd. Het risico dat huizen als deze alsnog instorten zorgt voor extra spanning in het dorp.

Volgens de inwoners van Ida Ou Blal woont de eigenaar van het gele huis in België en wordt er sinds de aardbeving niet meer omgekeken naar het pand. Zolang hij niets van zich laat horen, kan er niets worden gedaan om het huis te herstellen of te slopen.

Ondanks zijn strijdbaarheid is het voor Bouloujour moeilijk om zich niet te verliezen in zijn boosheid en teleurstelling. “Ik voel de diepe oneerlijkheid en onrechtvaardigheid in dit land, in elke betekenis van het woord. Het voelt alsof ik hier geen waarde of gewicht heb.”

Share.
Exit mobile version