NOS Nieuws••Aangepast
Er ligt een akkoord voor het behoud van de vroegpensioen. Vakbonden, werkgevers en het kabinet zijn het eens geworden over een regeling waarmee mensen met een zwaar beroep eerder kunnen stoppen met werken. De grootste vakbond, FNV, moet het plan nog wel voorleggen aan zijn leden.
In de nieuwe, permanente regeling wordt het mogelijk om drie jaar eerder te stoppen met werken als het beroep wordt aangemerkt als zwaar. Bovenop een bedrag vergelijkbaar met een netto AOW-uitkering (zo’n 1500 euro) krijgen werkgevers en werknemers 300 euro extra ruimte om de uitkering te verhogen. Die uitkering ontvangt iemand tot aan het pensioen.
Wat een zwaar beroep is en hoe hoog de uitkering dan uiteindelijk wordt, beslissen werkgevers en vakbonden aan de cao-onderhandelingstafels van een specifieke sector.
Niet te vaak
Omdat de arbeidsmarkt krap is, wil het kabinet er wel voor waken dat er te veel mensen met vroegpensioen gaan. Werkgevers en werknemers moeten er samen naar streven dat er jaarlijks niet meer dan 15000 werknemers met vroegpensioen gaan om een ‘cultuur van vroegpensioen’ te voorkomen. Elke drie jaar wordt de regeling geëvalueerd.
De regeling moet het vooral voor mensen met een lager inkomen en een zwaar beroep makkelijker maken om eerder te stoppen. Aan cao-tafels wordt ook per sector bekeken of er een inkomensgrens komt. Dat moet voorkomen dat werknemers met een te hoog inkomen van de regeling gebruik maken.
Al sinds december 2023 werd er gediscussieerd over een nieuwe regeling voor vroegpensioen. De huidige regeling voor vroegpensioen stopt per 2026 en de vakbonden eisten een permanente en royalere regeling. Daar is geregeld voor gestaakt.