NOS Nieuws•
Alle helikoptervluchten naar de streek van de Mount Everest in Nepal zijn stilgelegd. Helikopterbedrijven houden hun toestellen sinds zondag aan de grond, omdat jongeren hindernissen hebben opgeworpen op plaatsen waar helikopters landen, vermoedelijk uit protest tegen de overlast en zorgen om het milieu. Ook zouden ze piloten hebben bedreigd.
De acties lijken een nieuwe stap in de strijd tussen de toerisme-industrie en milieubelangen. Het nationale park in Nepal waar de Mount Everest ligt, kondigde vorige maand aan dat het een verbod op commerciële helikoptervluchten wilde instellen, omdat de dieren in het gebied eronder zouden lijden.
In het hoogseizoen, van de lente tot de herfst, gaat het om meer dan dertig vluchten per dag. De geluidsoverlast van de laagvliegende helikopters verjaagt de dieren uit hun habitat, zei een woordvoerder. Dieren springen volgens hem uit paniek in de afgrond.
Tijdsbesparing
De aankondiging stuitte op protest van de toerisme-industrie en luchtvaartbedrijven, met name van bedrijven die zich op rijke toeristen en bergbeklimmers richten. Wie 1000 euro op tafel wil leggen, kan in een dag van de bewoonde wereld naar het basiskamp van de Mount Everest vliegen. Wie de tocht te voet maakt, moet daar bijna twee weken voor uittrekken.
Op 26 december kondigde het park aan dat per 1 januari een verbod van kracht werd voor toeristische vluchten boven de 4000 meter. Het is niet bekend of dit verbod werd gehandhaafd. Medisch noodzakelijke vluchten bleven wel toegestaan.
Maar nu hebben de aanhoudende protesten dus geleid tot een algemene vliegstop. “We hebben alle helikoptervluchten opgeschort totdat de regering ons de veiligheid van de piloten garandeert”, zegt de koepelorganisatie van helikopterbedrijven.