Mist bij Barendrecht

NOS Nieuws

Auto-ongelukken, vliegtuigen die niet kunnen opstijgen en bijna dagelijks code geel: de laatste tijd lijkt Nederland wel elke dag in mist gehuld. Maar mist komt tegenwoordig veel minder voor dan vroeger.

“Mist is eigenlijk een wolk die op het aardoppervlak ligt”, zegt Pier Siebesma, hoogleraar atmosfeer, weer en klimaat aan de TU Delft. “Voor mist heb je vochtige lucht nodig, stabiel weer en het moet afkoelen. Dan raakt de lucht verzadigd en gaat de waterdamp condenseren. Zo krijg je allemaal minuscule druppeltjes in de lucht.”

Meteorologen spreken van mist als je door die druppeltjes minder dan 1000 meter voor je uit kunt kijken. Als het op een dag een uur lang ergens mistig is, noteert het KNMI een mistdag. Gemiddeld zijn er tussen de 40 en 90 mistdagen per jaar, en die komen het meest in de winter voor.

Maar dat het nu zo lang achter elkaar mistig blijft, is volgens Siebesma uitzonderlijk. “Het was juist vroeger veel vaker mistig dan nu. Sinds de jaren 80 is het aantal mistdagen zelfs gehalveerd.” Dat komt doordat de lucht tegenwoordig schoner is. “Er zitten nu veel minder deeltjes in de lucht waar die druppeltjes zich op af kunnen zetten.”

Deze foto’s zijn ingestuurd via ooggetuige@nos.nl:

  • Mieke van der Weerd via NOS Ooggetuige

    Brug bij Krommenie
  • Johanna Varner via NOS Ooggetuige

    Zwanen in de mist, Oostum
  • Maddy Koster via NOS Ooggetuige

    Mist bij Barendrecht
  • Sander de Groen / NOS Ooggetuige

    De spoorbrug bij Deventer in de mist

“Nu ligt er al een week een hogedrukgebied boven ons hoofd”, gaat Siebesma verder. “Dat zorgt voor heel rustig weer. Er wordt vochtige lucht aangevoerd en er is nauwelijks wind die de mist een beetje wegblaast. De omstandigheden voor mist zijn ideaal.”

Voor bijvoorbeeld automobilisten is het minder gunstig. Volgens het KNMI kan het verkeer last krijgen van de mist als het zicht minder dan 400 meter is, en dat gebeurt de laatste dagen regelmatig. En op verschillende luchthavens moesten tientallen vluchten worden geschrapt vanwege het weer.

Zoeken naar je mistlamp

“Niet alle bestuurders weten hoe het zit met mistverlichting”, weet Jos van der Drift, auto-expert bij de ANWB. Zo kunnen auto’s waarbij de lampen automatisch aanspringen als het donker wordt, geen mist herkennen. Daarnaast weet niet iedereen de mistlampen goed te vinden.

“Er is niet één universele plek waar de bediening van de mistlampen zit. Je moet je auto even verkennen, anders moet je tijdens het rijden gaan zoeken naar een lamp die je zelden of nooit gebruikt.”

Bij dichte mist, waarbij het zicht minder dan 200 meter is, is het de bedoeling dat de mistlampen voor aan gaan. Mistlampen achter zet je aan bij zeer dichte mist, waarbij je minder dan 50 meter ver kan kijken. “Met de hectometerpaaltjes langs de weg kun je die afstanden bepalen,” zegt Van der Drift.

Het gebruik van mistlampen is niet verplicht; gebruik je ze ten onrechte, dan kun je juist wel bekeurd worden.

Share.
Exit mobile version