NOS Nieuws•
-
Aïda Brands
redacteur Economie
-
Aïda Brands
redacteur Economie
Meer financiering, meer kansen en minder regels. Het zijn de meest genoemde redenen waarom start-ups uit Nederland vertrekken. De angst is dat Nederland en ook Europa achterop raken op het gebied van innovatie en technologie als te veel succesvolle startups naar het buitenland vertrekken.
Oud-topman van de Europese Centrale Bank Mario Draghi waarschuwde in zijn rapport over het Europese concurrentievermogen al voor de wegtrekkende start-ups. De beginnende bedrijven met veel groeipotentie worden gezien als belangrijk element voor de Europese economie op de lange termijn.
Zo vertrokken tussen 2008 en 2021 zeker 40 van de 147 zeer succesvolle start-ups uit Europa. Het gaat om bedrijven die uiteindelijk meer dan een miljard dollar waard zijn geworden. Verreweg de meeste van deze ‘unicorns’ vestigden zich in de VS.
Twee jaar geleden waren de vertrekkende bedrijven reden voor toenmalig minister Adriaansens van Economische Zaken om onderzoek te doen naar het ondernemersklimaat in Nederland. Dat verslechtert al jaren. Dit jaar krijgt Nederland een zesje als rapportcijfer.
Ook ten opzichte van andere landen zakt Nederland weg. Waar de Nederlandse concurrentiepositie een jaar geleden nog in de wereldwijde top 5 stond, staat die nu op plek 9. Nederland is daarmee de grootste daler in de top 10 dit jaar, blijkt uit diezelfde ‘monitor ondernemersklimaat’ van het ministerie.
Amerikaanse gouden bergen
Sohrab Hosseini is medeoprichter van het AI-bedrijf Orc.ai. Ze creëren software waarmee bedrijven eigen kunstmatige intelligentie-toepassingen kunnen maken. Ook Hosseini heeft plannen om naar de Verenigde Staten te verhuizen.
Voor hem is financiering de belangrijkste reden om te vertrekken. “Ik heb met heel veel moeite 2 miljoen euro bij elkaar verzameld voor ons bedrijf. Maar een start-up in de Verenigde Staten die ongeveer hetzelfde doet als wij, maar minder ver is, heeft al tientallen miljoenen opgehaald bij investeerders”, zegt hij.
Zo’n grote kapitaalinjectie maakt het voor start-ups veel makkelijker om op te schalen. Zo wisten Nederlandse start-ups vorig jaar in totaal 2,5 miljard euro aan investeringen te krijgen van beleggers. In de Verenigde Staten gaat het omgerekend om een bedrag van 269 miljard euro. Naar verhouding gaat er in Nederland jaarlijks 111 euro per inwoner naar een start-up, in de Verenigde Staten is dat 803 euro per inwoner.
Anke Huiskes beheert een beleggingsfonds dat in start-ups investeert. Ze heeft jaren in de Verenigde Staten gewerkt en volgens haar wordt er daar heel anders naar jonge bedrijven gekeken. Waar Europeanen vooral risico’s zien, zien Amerikaanse investeerders vooral kansen. “In Nederland zijn er maar weinig investeerders te vinden die in de vroege fase veel geld durven in te leggen.”
Minder regels
Behalve het gebrek aan Nederlands groeikapitaal zijn er meer redenen waarom het buitenland lonkt voor start-ups. “In de Verenigde Staten heeft aankomend president Donald Trump al gezegd de techsector te willen dereguleren”, zegt Huiskes. Dat zal betekenen dat bedrijven in met name de AI-sector vrijer worden gelaten.
Hosseini zegt zelf niet niet zoveel problemen te hebben met regulering van de AI-sector. “Maar de regels zijn nu heel vaag en daardoor durven juist investeerders in Europa niet te investeren in AI-bedrijven.”
Daarnaast zijn er landen die actief start-ups uit bijvoorbeeld Nederland proberen aan te trekken, zoals de Verenigde Arabische Emiraten. “Dat land biedt bijvoorbeeld golden visas aan (een verblijfsvergunning door investering, red.) en voor sommige bedrijven worden zelfs de loonkosten het eerste jaar betaald”, zegt Huiskes.
Bij brancheclub Dutch Startup Association (DSA) zien ze dat er veel interesse is bij buitenlandse investeerders in Nederlandse start-ups. “Maar een voorwaarde van bijvoorbeeld veel Amerikaanse investeerders is dat het bedrijf zich deels in de Verenigde Staten vestigt”, zegt Thomas Mensink, start-up analist en woordvoerder van DSA.
Ook kansen
Huiskes benadrukt dat Nederland ook nog altijd heel veel kansen biedt voor ondernemers. “We hebben veel technisch talent en ontwerptalent, geografisch zitten we goed, we spreken Engels en er zijn goede scholen en universiteiten. Er is steeds meer interesse vanuit buitenlandse investeerders in Nederland, en ook internationaal talent trekt deze kant op. Dus voor veel bedrijven zijn we wel echt een interessant land.”
Toch moeten Nederland en de EU het de komende jaren aantrekkelijker gaan maken voor investeerders om te beleggen in start-ups op het continent. Vooral als de EU wil kunnen blijven concurreren met grote economieën als die van de VS en China, waarschuwt ook Draghi.