Carter en Sovjet-leider Brezjnev tekenen een kernwapenakkoord in Wenen op 18 juni 1979

NOS Nieuws

  • Dik Verkuil

    redacteur Online

  • Dik Verkuil

    redacteur Online

Jimmy Carter wordt na zijn overlijden geprezen voor zijn inspanningen voor de vrede en het oplossen van conflicten wereldwijd. De gisteren overleden Amerikaanse oud-president krijgt vooral lof toegezwaaid voor zijn inspanningen ná zijn aftreden, maar bijvoorbeeld de Chinese president Xi prees hem ook voor zijn “belangrijke bijdrage” aan de normalisering van de betrekkingen tussen de VS en China “en de vriendschap tussen de twee landen”. “Ik ben diep bedroefd”, aldus Xi.

President Biden noemde Carter ook een vredestichter bij zijn besluit hem een staatsbegrafenis te geven, die op 9 januari zal plaatsvinden. In het belangrijkste conflict tijdens zijn presidentschap, de Koude Oorlog, droeg Carter echter niet direct bij aan de vrede, integendeel.

Toen Jimmy Carter president werd, was de ontspanning in de Koude Oorlog op een hoogtepunt. Toen hij aftrad was de zogenoemde detente voorbij en stonden de VS en de Sovjet-Unie weer als onverzoenlijke vijanden tegenover elkaar. De omslag in de Koude Oorlog lag niet alleen aan Carter, maar hij speelde er wel een rol in.

Carter probeerde tijdens zijn presidentschap twee nauwelijks verenigbare doelen te bereiken. Aan de ene kant streefde hij naar betere relaties met de Sovjet-Unie en verdere terugdringing van de kernwapens. In zijn inaugurele rede zei hij zelfs dat hij een kernwapenvrije wereld wilde.

Aan de andere kant streefde hij naar meer vrijheid voor de volkeren van Oost-Europa, steunde hij de dissidenten in het Oostblok en bekritiseerde hij de Sovjetleiders omdat zij de mensenrechten niet respecteerden.

Duif en havik

Carters ambivalentie bleek ook uit de keuze van zijn medewerkers. Zijn minister van Buitenlandse Zaken, Cyrus Vance, was een uitsproken ‘duif’. Hij was een groot voorstander van verdere detente en pleitte voor minder nadruk op de mensenrechten.

Maar Carters nationale veiligheidsadviseur Zbigniew Brzezinski, een Pool die aan de communisten was ontkomen en het Amerikaanse staatsburgerschap had verworven, was een ‘havik’. Hij zette Carter ertoe aan de dissidenten te steunen, de Amerikaanse strijdkrachten te versterken en de confrontatie met de Sovjet-Unie te zoeken over de mensenrechten.

Carter bewonderde Brzezinski en zag hem als zijn leermeester in de buitenlandse politiek. Het leidde tot een stijl die in strijd was met de ‘code van de detente’ en niet alleen de communistische leiders irriteerde, maar ook Europese bondgenoten van de VS als de Duitse bondskanselier Helmut Schmidt.

Invasie in Afghanistan

Mede dankzij Vance kwam er toch een kernwapenakkoord met de Sovjet-Unie: SALT II, een verdrag waarover al sinds 1972 was onderhandeld. Het voorzag in verdere vermindering van de strategische kernwapens. Carter en Sovjetleider Brezjnev tekenden het op 18 juni 1979 in Wenen, maar Carter zelf besloot vervolgens het Congres niet te vragen om ratificatie.

Reden was de Sovjetinval in Afghanistan. Op Eerste Kerstdag van 1979 viel het Rode Leger Afghanistan binnen. De invasie was een wanhoopspoging om het communistische regime in Afghanistan en de Sovjet-invloed in het land te redden.

Bijna alle door de Sovjets opgeleide officieren waren overgelopen naar de moslimfundamentalisten en ook meer dan de helft van de 100.000 militairen van het regeringsleger was weggelopen.

Carter-doctrine

Brzezinzki dacht echter dat de Sovjetinvasie deel uitmaakte van een masterplan om zich meester te maken van de oliebronnen van het Midden-Oosten. Het leidde tot een buitensporige Amerikaanse reactie. Carter noemde de invasie de grootste bedreiging van de vrede en voor de vrije handel in olie sinds de Tweede Wereldoorlog.

Op initiatief van Brzezinski lanceerde hij de Carter-doctrine, die inhield dat de VS met alle middelen, desnoods ook met militair geweld, zou voorkomen dat de Sovjet-Unie de Perzische Golf onder controle kreeg.

Mujahedeen

Ook maakte Carter een eind aan de graanleveranties en de technologische hulp aan de Sovjet-Unie, besloot hij de strijdkrachten te versterken en gaf hij opdracht tot een boycot van de Olympische Spelen in Moskou; de enige keer dat de VS niet meedeed aan de Spelen.

Verder besloot Carter de islamitische verzetsgroepen, de mujahedeen, van modern wapentuig te voorzien. In het geheim ging de CIA de moslimrebellen, die ‘freedom fighters’ werden genoemd, bewapenen. Die operatie was op korte termijn zeer succesvol: de Sovjet-Unie liep vast in het Afghaanse moeras en moest zich uiteindelijk terugtrekken.

Op langere termijn hielp de VS zo echter zijn eigen nieuwe doodsvijand in het zadel. Uit de mujahedeen kwamen de Taliban voort, die in 1996 de macht grepen in Afghanistan. Zij boden onderdak aan de Saudische al-Qaidaleider Osama bin Laden, die van daaruit de aanslagen op de VS van 11 september 2001 organiseerde.

Share.
Exit mobile version