NOS Nieuws•
Het kabinet zal volgend voorjaar bekijken of de koppeling tussen economische groei en ontwikkelingshulp wordt hersteld. Maar bij de behandeling van haar begroting in de Tweede Kamer wilde minister Klever daar niet op vooruitlopen.
Afgelopen Prinsjesdag kondigde het kabinet aan dat de al jaren bestaande koppeling tussen het bruto nationaal product en ontwikkelingshulp volgend jaar wordt verlaten. Dat betekent dat er ruim 300 miljoen euro minder naar de hulp gaat.
NSC: bedrijfsongeluk
Een groot deel van de oppositie is daar slecht over te spreken, ook omdat de coalitie toch al fors bezuinigt op ontwikkelingshulp. Ook regeringspartij NSC is zeer kritisch. NSC-Kamerlid Kahmaran benadrukte dat in het hoofdlijnenakkoord geen afspraken zijn gemaakt over het loslaten van de koppeling.
Hij vindt dat de koppeling voor de jaren na 2025 in ere moet worden hersteld: hij noemde de maatregel van het kabinet een bedrijfsongeval. Maar hij wilde niet zeggen of hij een motie van SGP en CDA zal steunen om de koppeling na volgend jaar te laten terugkeren. Daar moet hij nog met zijn fractie over praten.
Het NSC-Kamerlid heeft er wel vertrouwen in dat het kabinet openstaat voor de oproep, ook zonder een motie. “Wij zullen er als leeuwen voor gaan vechten.”
Eenmalige maatregel
Klever benadrukte in het debat dat het loslaten van de koppeling een eenmalige maatregel is. Ze erkende dat daar in het hoofdlijnenakkoord niets over staat, maar onderstreepte dat het een besluit was van het voltallige kabinet, “naar aanleiding van de Macro Economische Verkenning.”
De minister wilde niet ingaan op de in het kabinet gewisselde argumenten. Ze zei wel dat uit het eenmalige besluit niets kan worden afgeleid voor de toekomst, “niet in positieve zin en niet in negatieve zin”.
In het hoofdlijnenakkoord was afgesproken dat PVV, VVD, BBB en NSC in totaal uiteindelijk 2,4 miljard euro op ontwikkelingshulp wilden bezuinigen. Klever maakte vorige week bekend dat ze, als onderdeel van dat pakket, 200 miljoen euro per jaar wil korten op ‘niet-gouvernementele organisaties’.