Een vrouw doet boodschappen in een supermarkt in Beijing

NOS Nieuws

De Chinese economie hapert: gesloten restaurants en winkels kenmerken het straatbeeld. Teken aan de wand is de recente sluiting van de grote restaurantketen Din Tai Fung. Vandaag werd bekend dat de economische groei in China het afgelopen kwartaal het laagst was in ruim een jaar, namelijk 4,6 procent ten opzichte van een jaar eerder.

Veel Europese landen zouden tekenen voor zo’n groeipercentage, maar voor China valt het tegen. Het land streeft nu naar een groei op jaarbasis van 5 procent.

“De Chinese economie zit gevangen in een negatieve spiraal, waarbij cyclische en structurele problemen elkaar versterken en versterken”, zegt Eswar Prasad, hoogleraar aan de Cornell University tegen zakenkrant Financial Times. Een combinatie van afnemende groei, deflatie en verlies van vertrouwen in het overheidsbeleid, vergrijzing en een vastlopende vastgoedsector veroorzaakt een enorme uitdaging. Zo daalden de investeringen in vastgoed met 10 procent ten opzichte van vorig jaar.

Steunpakket

Daarom introduceerde Peking in september het grootste financiële steunpakket sinds de coronapandemie. Maar het hele jaar door werden maatregelen genomen om de vastgoedsector, banken en lokale overheden een impuls te geven. “De overheid wil de vastgoedsector, de aandelenmarkt en de binnenlandse vraag stabiliseren”, zegt Arjen van Dijkhuizen, econoom bij ABN Amro. “De neergang in de vastgoedsector is enkele jaren aan de gang en dat heeft zijn weerslag op consumentenvertrouwen, consumptie en private investeringen.”

In het verleden haalde China jaarlijkse groeicijfers van wel 10 procent. Dan steekt 4,6 procent daar schril bij af. “Voor Chinese begrippen is het een lage groei, maar de economie is tenminste wel gegroeid”, zegt Van Dijkhuizen. De export nam weliswaar af, maar winkels verkochten meer en het ging ook goed met de industriële productie. Verder daalde de werkloosheid in steden, naar 5,1 procent van de beroepsbevolking.

Doordat China een van de grootste economieën is, heeft de geringe groei ook invloed op de Europese economie. “Zo kunnen bedrijven van hier moeilijker hun producten naar daar exporteren, omdat er minder vraag naar is”, legt Van Dijkhuizen uit.

Maar belangrijker nog is opkomende concurrentie vanuit daar. “China heeft een handelsoverschot ten opzichte van Europa als het aankomt op bijvoorbeeld elektrische auto’s”, zegt Van Dijkhuizen. “De Europese auto-industrie heeft last van de snelle opkomst van China.” De Europese Unie voerde eerder dit jaar tijdelijke importtarieven op Chinese elektrische auto’s in om zo de auto-industrie te beschermen. Autofabrikanten zoals Volkswagen, Mercedes-Benz en Stellantis (Fiat, Citroën en Jeep) zitten al langer in zwaar weer.

Share.
Exit mobile version