Premier Schoof tijdens een bezoek aan Europese Commissievoorzitter Von der Leyen in juli

NOS Nieuws

  • Guus Boeren

    redacteur Brussel

  • Kysia Hekster

    Correspondent Europese Unie

  • Guus Boeren

    redacteur Brussel

  • Kysia Hekster

    Correspondent Europese Unie

Het kabinet wil nogal wat voor elkaar krijgen in Brussel. Een uitzondering op het Europese mestbeleid, een opt-out op het migratiebeleid en veel minder betalen aan de EU-begroting. Landgenoten binnen de Europese instellingen kunnen helpen om deze ambities waar te maken. Maar daar zit een probleem. Er zijn in verhouding veel te weinig Nederlanders die bij de Europese Commissie werken.

Op dit moment werken er 32.484 ambtenaren voor de Europese Commissie. Ter vergelijking, bij de Rijksoverheid werken ruim 150.000 mensen. Van die meer dan 30.000 Commissieambtenaren zijn er slechts 595 Nederlands. Dat aantal is de afgelopen jaren ook nog fors afgenomen. In 2016 werkten er nog 678 Nederlanders. De Nederlanders die wél bij de Europese Commissie werken, worden daarom in de wandelgangen meewarig “Panda’s” genoemd, een uitstervend ras.

Het belang van landgenoten is dat ze een Nederlands ‘smaakje’ meegeven aan het beleid dat de Europese Commissie voorstelt, stelt lector Europese Studies Mendeltje van Keulen. “Als het wetsvoorstel door Nederlandse inbreng vooraf al rekening houdt met onze belangen, is dat voor Nederland daarna makkelijker onderhandelen”, aldus Van Keulen. “Ook kunnen ambtenaren uit eigen land voor Nederland belangrijke thema’s hoger op de politieke agenda zetten.”

Feitjes stampen

De ambtenaren die in Brussel werken, moeten een goede geografische afspiegeling zijn van de 27 EU-lidstaten. Maar dat is in de praktijk helemaal niet zo. Sommige landen zoals Italië, België en Roemenië zijn oververtegenwoordigd. Nederland, maar ook bijvoorbeeld Duitsland en Polen, leveren verhoudingsgewijs juist veel te weinig ambtenaren.

Op basis van inwonersaantal zou Nederland eigenlijk 1279 ambtenaren moeten leveren, meer dan een verdubbeling dus van de situatie nu.

Dat Nederland zo ondervertegenwoordigd is, komt deels door hoe er in Nederland naar de EU wordt gekeken. “In Nederland is het politieke klimaat over de Europese Unie negatief”, zegt Van Keulen. “Ook weten Nederlanders weinig over de EU. De Europese instellingen worden vooral gezien als iets waar geld naartoe gaat, niet als iets waar je kan werken.”

Een andere reden waarom weinig Nederlanders voor een carrière in Brussel kiezen, is dat er veel kansen op goede banen in eigen land te vinden zijn. “De Nederlandse arbeidsmarkt is goed waardoor Nederlanders minder interesse hebben in banen bij de EU. Voor werknemers uit Oost-Europa zijn de Europese banen juist heel aantrekkelijk.”

Verder sluit de manier waarop de Europese Unie zoekt naar nieuwe ambtenaren niet goed aan bij Nederlanders. Om aangenomen te worden moet je vooral veel dingen weten. Zuid-Europeanen zijn vaak beter in kennistoetsen vanwege hun onderwijssysteem. Nederlanders krijgen op school vooral vaardigheden aangeleerd, waardoor ze vaak meer moeite hebben om toegelaten te worden.

Recent is hierom onder druk van Nederland de selectie voor EU-ambtenaren aangepast, vertellen betrokkenen in Brussel. De focus komt ligt nu meer op vaardigheden te liggen en minder op het stampen van feitjes.

Europacollege

Om het aantal Nederlanders binnen de EU weer omhoog te krijgen, voerde de Nederlandse overheid in 2023 een studiebeurs in voor het Europacollege. Deze opleiding voor Europese studies, met vestigingen in het Belgische Brugge, het Poolse Warschau en de Albanese hoofdstad Tirana, is een springplank voor veel studenten met Europese ambities. De hoop is dat door de beurs meer Nederlandse studenten voor een baan bij de EU kiezen.

Eurocommissaris Hoekstra bezocht vorig jaar het Europacollege in Brussel en sprak daar studenten toe

Met de beurs, die in 2010 nog werd afgeschaft, betaalt de Nederlandse overheid voor tien studenten een deel van het collegegeld. Een jaar studeren aan het Europacollege kost normaal 29.000 euro. De beurs betaalt daarvan 19.000 euro.

Het initiatief lijkt zijn eerste vruchten al af te werpen. Dit jaar meldden 40 Nederlanders zich aan, het jaar daarvoor 43. In 2022, toen de beurs nog niet bestond, waren dat er maar 11. “We hebben nu het hoogste aantal Nederlandse studenten in de laatste vijftien tot twintig jaar”, vertelt Pierre Bachelier van het Europacollege.

Met pensioen

Ook op andere manieren wordt geprobeerd het aantal Nederlanders te laten stijgen. Zo is bij het Europees Parlement begin dit jaar een speciale sollicitatieronde opgezet, waar alleen Nederlanders aan mee mogen doen.

Op de korte termijn kunnen deze maatregelen de Nederlandse positie verbeteren. Maar de zorgen blijven. “Er gaan de komende jaren veel Nederlanders met hoge functies met pensioen”, zegt Van Keulen. “Die zijn moeilijker te vervangen omdat de Commissie heel hiërarchisch is.”

Share.
Exit mobile version