NOS Nieuws•
Minister Faber denkt nog steeds dat het kabinet noodmaatregelen kan nemen door een beroep te doen op “buitengewone omstandigheden” in de Vreemdelingenwet. De Algemene Beschouwingen in de Tweede Kamer stonden de afgelopen twee dagen voor een groot deel in het teken van discussies over dat voornemen van het kabinet.
Veel Kamerleden zijn kritisch over deze methode, vooral omdat er noodmaatregelen kunnen worden genomen zonder voorafgaande toestemming van de Kamer. En gisteren bleek dat ook ambtenaren er zeer kritisch over hebben geadviseerd.
Faber zei vanochtend dat ze ervan overtuigd is dat er een crisis is. “Ik ga voor het noodrecht en daar zetten we op in, want dan kan ik heel snel maatregelen nemen. Dit land snakt naar veranderingen. Het beleid moet om. Dat kan het snelst als ik een juridische asielcrisis kan uitroepen.”
‘Ambtenaren hebben adviserende taak’
Volgens haar zijn er wel degelijk mogelijkheden om de noodroute te proberen en ze denkt nog steeds dat ze dat kan onderbouwen: “Ik waardeer de ambtenaren zeer, maar zij hebben een adviserende taak en het is uiteindelijk aan de minister en aan het kabinet om te besluiten wat we doen.”
In het debat kwam gisteren ook aan de orde of er geen ‘gewone’ spoedwet kan worden ingediend, waardoor de Tweede en Eerste Kamer eerst toestemming moeten geven voor er maatregelen worden genomen. Faber ziet daar weinig in. Volgens haar duurt dat te lang. “Dat is een veel langer traject, dan spreek ik eerder in maanden dan in dagen.”