In samenwerking met
Omroep Gelderland
NOS Nieuws•
Grote agrarische bedrijven kopen boeren op de Veluwe op. Daar zitten ook boeren bij die zich hadden aangemeld voor de uitkoopregelingen van de overheid. Dat melden bronnen binnen de agrarische sector aan Omroep Gelderland.
Het gaat onder meer om bedrijven als Van Drie, dat onderdeel is van kalfsvleesproducent VanDrie Group, en diervoederbedrijf Klaremelk. Beide concerns erkennen dat ze boerenbedrijven opkopen.
Om hoeveel boerderijen het gaat, willen ze niet zeggen. “Het gaat om enkele kalverhouderijen waar een overeenkomst mee is gesloten en om enkele waar een gesprek mee wordt gevoerd”, zegt een woordvoerder van Van Drie tegen de omroep.
De overheid heeft uitkoopregelingen opgezet waarmee ze veehouders willen stimuleren hun bedrijf te beëindigen. Er is een uitkoopregeling voor piekbelasters (bedrijven die veel stikstof uitstoten in de buurt van een kwetsbaar natuurgebied), en veehouders die dat niet zijn.
Piekbelasters kunnen zich voor 120 procent van de waarde van hun bedrijf laten uitkopen. Voor andere veehouders geldt dat zij tot 100 procent van de waarde van hun bedrijf kunnen krijgen.
De maatregel is bedoeld om het aantal veebedrijven te verminderen. Daardoor wordt de stikstofuitstoot teruggedrongen, waardoor kwetsbare natuur beter wordt beschermd.
Moderne stallen behouden
De huidige uitkoopregelingen zijn interessanter voor boeren met relatief nieuwe stallen, omdat die meer waard zijn. Van Drie en Klaremelk geven aan dat ze met het opkopen van boeren moderne stallen juist willen behouden. “Om de duurzaamheidsdoelen die we als sector hebben afgesproken te halen, is het wenselijk om stallen te behouden die toekomstbestendig zijn”, aldus Van Drie.
Klaremelk vindt de huidige opkoopregeling ‘kapitaalvernietiging’. “Het lijkt alsof de overheid zoveel mogelijk moderne stallen, die een stuk duurzamer zijn dan oudere stallen, wil kopen en slopen. Het kan dat er door de opkoopregeling voornamelijk oude stallen overblijven. Die verdwijnen daarna vanzelf. Zo blijft er op den duur geen sector meer over”, zegt de woordvoerder.
De woordvoerder van Klaremelk geeft toe dat het ook in het belang van het concern is om zoveel mogelijk stallen te behouden. “Natuurlijk. Het gaat erom dat we ook in de toekomst als bedrijf door kunnen gaan.”
Bronnen zeggen tegen de omroep dat de twee bedrijven meer geld bieden dan de overheid. Daardoor is het aantrekkelijker om aan hen te verkopen, ook omdat – in tegenstelling tot de landelijke opkoopregeling – de stallen niet van dat geld nog gesloopt moeten worden en de agrariër geen beroepsverbod krijgt. Ze kunnen zelfs in dienst van Van Drie of Klarenmelk blijven doorgaan op hun bedrijf. Op vragen hierover gaan beide bedrijven niet in.
Minister herkent signalen
Minister Wiersma van Landbouw zegt de signalen over opkopende agrobedrijven te herkennen. “Elke boer die zijn of haar bedrijf vrijwillig beëindigt, heeft de vrijheid om zelf te kiezen op welke manier. Het doel van dit kabinet is niet om zoveel mogelijk boeren te laten stoppen maar de boeren die willen stoppen, willen we ondersteunen.”
Volgens de minister komen de stikstofdoelen niet in gevaar doordat agrobedrijven boeren opkopen. “Alleen wanneer dit op grotere schaal zou gebeuren, en dat is ons niet bekend, zou het effect hebben op de stikstofreductie die we via regelingen bereiken.”
Wel zegt ze dat ketenpartijen worden aangesproken op hun verantwoordelijkheden. “Wat ons betreft maakt het opkopen van bedrijven voor de eigen productiecontinuïteit daar geen deel van uit.”
Het is niet nieuw dat andere partijen boerenbedrijven uitkopen. Eerder werden al boeren uitgekocht door De Schiphol Group en Rijkswaterstaat. De extra stikstofruimte die daardoor vrijkwam, werd gebruikt voor de luchthavens of het mogelijk maken van de verbreding van de A27.