NOS Nieuws••Aangepast
De Amsterdamse burgemeester Femke Halsema heeft het spoeddebat over de geweldsuitbarsting in Amsterdam overleefd. Oppositiepartij JA21 diende een motie van wantrouwen in tegen de burgemeester, maar geen enkele andere partij in de gemeenteraad steunde de motie.
De politieke partijen hadden in het debat onder meer vragen over hoe snel op 112-meldingen is gereageerd en of Ajax-Maccabi Tel Aviv niet formeel als hoogrisicowedstrijd had moeten worden bestempeld.
Onrustig
De burgemeester herhaalde dat de driehoek (burgemeester, politie, Openbaar Ministerie) “het maximale” heeft gedaan om het geweld te voorkomen.
Ze erkende wel dat het niet is gelukt “de veiligheid van iedereen in de stad te waarborgen”. Rond de wedstrijd was het vorige week woensdag al onrustig, een dag voor de aftrap. Na de wedstrijd donderdagavond liep het in de stad fors uit de hand. Ook in de dagen daarna liep het soms uit de hand, met name gisteravond in Amsterdam-West.
De burgemeester herhaalde dat ze lang voor de wedstrijd met de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) contact heeft gehad. Die oordeelde dat er geen extreem risico was. Het was daarom niet nodig om fans van Maccabi Tel Aviv te weren. Ook had de stad al in een vroeg stadium contact met Europese voetbalbond UEFA.
Harde kern
Volgens Halsema staat Maccabi Tel Aviv niet bekend als een ‘hoogrisicoclub’. “Er is een harde kern en fanatiek gedrag bestaat vooral uit het afsteken van fakkels. Er is inderdaad een incident in Athene geweest (waarbij een Egyptische man werd mishandeld door een groepje supporters, red.). Maar dat was op kleine schaal. Dat hebben we meegewogen en dat heeft niet geleid tot een ander oordeel.”
De burgemeester stelde dat de wedstrijd in de praktijk uiteindelijk wel degelijk werd beschouwd als een hoogrisicowedstrijd. De politie-inzet werd verhoogd en pro-Palestijnse demonstraties die bij de Arena waren gepland, werden verplaatst. Dat was om confrontaties tussen supporters en demonstranten te voorkomen.
Halsema sprak zich fel uit tegen antisemitisme, maar ook tegen het wegzetten van bevolkingsgroepen als antisemitisch:
Halsema: ‘Ik laat niet hele bevolkingsgroepen wegzetten als antisemitisch’
Halsema blikte met een feitenrelaas opnieuw terug op de ongeregeldheden. Een groep Macabbi-supporters rukte woensdag een vlag van een pand op het Rokin en belaagde een taxichauffeur die daar wat van zei. Ook zongen zij anti-Arabische leuzen toen zij de volgende dag naar de Johan Cruijff Arena werden begeleid.
Macccabi-supporters die terugkwamen van de wedstrijd werden vervolgens belaagd door groepjes die ‘hit-and-run-acties’ uitvoerden. Daarbij werd onder meer op sociale media gesproken over een ‘Jodenjacht’ waarbij meerdere mensen werden mishandeld en mensen werd gevraagd naar hun nationaliteit.
Halsema en politiecommissaris Holla merkten op dat vooral de ‘hit-and-run-acties’, ondanks de enorme politie-inzet van honderden extra agenten, lastig te voorkomen waren en dat de politie ook landelijk worstelt met de aanpak van dit soort aanvallen.
‘Pijn om Amsterdammer te zijn’
“Voor veel mensen in onze stad – Joods, Marokkaans, Turks, Palestijns, Aziatisch, Europees, gelovig, ongelovig – doet het de afgelopen dagen gewoon pijn om Amsterdammer te zijn”, stelde Halsema. Ze sprak over de “walgelijke, stuitende en diep kwetsende” teksten die door supporters van Maccabi werden gezongen.
Zo zongen die onder meer ‘In Gaza zijn de scholen dicht, want er zijn geen kinderen meer’. Tegelijkertijd erkende Halsema ook dat die uitingen mogelijk juridisch niet strafbaar zijn. “Er is een groot verschil tussen slogans die stuitend zijn en die strafbaar zijn.”
Aan de andere kant liet de burgemeester ook weten dat wat daarna gebeurde daarmee niet gelegitimeerd is. “Er zijn verschrikkelijke dingen gezegd: dood aan Arabieren. Ik heb het ook gehoord. Maar op Jodenjacht gaan is nog een stap verder”, zegt Halsema.
“Dat is gewoon georganiseerd door onze stad gaan zoeken, elkaar op de hoogte brengen, mensen om hun paspoort vragen, kijken of de mensen voldoen aan criteria waarvan daders vinden dat die bij Joden horen en ze dan in elkaar slaan. Dat is onacceptabel.”
Ook liet de burgemeester weten achter het woord ‘pogrom’ te blijven staan, dat zij in de mond nam na de gebeurtenissen:
Halsema over het woord pogrom: ‘Dat neem ik niet terug’