NOS Nieuws•
Ongeveer de helft van de Nederlanders tussen de 16 en 25 jaar oud vindt de eigen mentale gezondheid niet goed. Dat staat in de Gezondheidsmonitor Jongvolwassenen 2024. Zij noemen hun mentale gezondheid matig tot zeer slecht.
Het zijn in die groep het vaakst mensen tussen de 21 en 25 jaar oud die niet te spreken zijn over hun mentale gezondheid, blijkt uit het onderzoek van de GGD’s en het RIVM. Ook jongeren die alleen wonen en lastig kunnen rondkomen, hebben het mentaal zwaar.
Ruim de helft van de jongeren ervaart regelmatig prestatiedruk. Ook is stress iets wat veel mensen in die leeftijdscategorie ervaren.
Minder slecht
Toch is het niet alleen maar kommer en kwel. In vergelijking met 2022 lijkt er een lichte verbetering te zijn op een aantal vlakken van mentale gezondheid.
In 2024 daalde het aandeel jongvolwassenen dat zich in het dagelijks leven vaak beperkt voelt door psychische klachten van bijna een kwart in 2022 naar bijna één op de vijf. Ook het aandeel jongeren dat zich sterk eenzaam voelt daalde, van 27 procent naar 23 procent.
Daarnaast is het merendeel van de jongvolwassenen tevreden met zichzelf (84 procent). Ook dat is licht toegenomen ten opzichte van 2022. Ondanks deze lichte verbeteringen valt er nog veel winst te behalen op deze vlakken, meent Andre Rouvoet, voorzitter van GGD GHOR, de overkoepeling van de GGD’s: “Deze cijfers geven hoop en laten tegelijkertijd zien dat in de landelijke en lokale politiek inzet nodig is en blijft op de mentale gezondheid van jonge inwoners.”
Nasleep van corona
Bijna twee op de drie Nederlanders tussen de 16 en 25 jaar oud ervaart nog steeds negatieve gevolgen van de coronacrisis. De gevolgen zijn vooral merkbaar op het gebied van mentale gezondheid, eigen ontwikkeling, studievoortgang en het aangaan en onderhouden van contacten.
Ook op de coronacrisis kijken niet alle jongvolwassenen met een vervelend gevoel terug: bijna de helft ervaart nog positieve gevolgen, met name wat betreft de eigen ontwikkeling.