Een moeder met haar kind in het ziekenhuis in Renk

NOS Nieuws

  • Elles van Gelder

    correspondent Afrika

  • Elles van Gelder

    correspondent Afrika

Na bijna anderhalf jaar oorlog in Sudan blijven vluchtelingen aankomen in buurland Zuid-Sudan. Veel van hen zijn eerst binnen Sudan gevlucht en besluiten daarna toch de grens over te steken, op de vlucht voor geweld en honger. De grote instroom is merkbaar in een ziekenhuis in Renk, een stad bij de grens tussen de twee landen.

Er wordt flink gehuild in een tent op het terrein van het ziekenhuis. Het hoofdgebouw ligt al vol met kinderen is daarom uitgebreid met een noodhospitaal. Veel van de kinderen zijn ondervoed en hebben andere complicaties, zoals diarree, tuberculose of een longontsteking. De meeste patiëntjes zijn onder de 2 jaar.

Gebrek aan weerstand

In het stenen gebouw op het terrein is het relatief stil. Hier is de intensive care en liggen zwaar ondervoede kinderen, die te zwak zijn om te huilen.

Artsen hebben zich verzameld rond het bed van Biel, een jongen van bijna 3 jaar met dunne benen, die ook malaria heeft. Zijn lijf schokt, zijn temperatuur is te hoog. “Hij is in kritieke toestand”, zegt een bezorgde William Piol, verpleegkundige van Artsen zonder Grenzen. “De kinderen hebben weinig weerstand om de ziektes het hoofd te bieden.”

Een van de patiëntjes

In een andere bed ligt Huda, een meisje met een groen-wit geruit jurkje aan. Ze is ruim een jaar oud en weegt slechts 4 kilo. “De afgelopen dagen at ze niets meer”, vertelt haar moeder Suhayla. “In Sudan is niet genoeg hulp, daarom ben ik hiernaartoe gekomen.”

Zelf is ze zes maanden zwanger. Er is voor haar geen medische hulp, en geen eten. Voor de familie van de kleine Huda was er eerst genoeg vis – ze wonen aan de Nijl en haar vader is visser. Totdat de oorlog zich ook naar hun regio uitbreidde. “Soldaten verbieden de mannen om te vissen”, zegt Suhayla. “Ze zijn bang dat ze zich aansluiten bij de milities aan de overkant van de rivier.”

Arts Nhial Chuol

Dokter Nhial Chuol doet zijn rondes. Een meisje heeft een buisje nodig voor noodvoeding. Haar moeder is ook ondervoed en kan daardoor geen borstvoeding geven. Verpleegsters zoeken de afdeling af, maar het buisje is niet op voorraad. “We hebben veel tekorten”, zegt de arts. “Ook hier hebben we niet genoeg medicatie en eten voorhanden.”

Angst voor nog meer honger en ziektes

Tot nu toe zijn er bijna 800.000 mensen naar Zuid-Sudan gevlucht. Het zijn Sudanezen, maar ook veel Zuid-Sudanezen die eerst in Sudan woonden en noodgedwongen terugkeren naar hun eigen land. Zuid-Sudan kan de instroom niet aan.

“Dit is een land met grote armoede waar miljoenen mensen niet genoeg te eten hebben en moeten leven van nog geen 1 euro per dag”, vertelt een lokale hulpverlener in Renk van de Nederlandse hulporganisatie Cordaid. Hij maakt zich ook zorgen om het regenseizoen. “Delen van de grensregio staan al onder water. En het kan tot nog meer honger en ziektes leiden.”

De lijst met opgenomen en overleden kinderen in het ziekenhuis in Renk

Arts Chuol laat op de gang van het ziekenhuis een groot vel papier zien waarop wordt bijgehouden hoeveel kinderen worden opgenomen en hoeveel het niet redden. “Dit is de dodenlijst”, zucht hij. “Veel moeders komen te laat, als hun kind al heel erg ziek is, en dan kunnen we weinig doen.” In juni werden er 43 kinderen opgenomen en stierven er vijf. In juli werden er 68 kinderen opgenomen en stierven er vier.

Chuol maakt zich zorgen om alle achterblijvers. Want de kinderen en hun moeders die hier zijn, hadden in ieder geval nog de kracht om naar het ziekenhuis te komen. “We verliezen een generatie, onze toekomst”, zegt hij. Het kleine jongetje met malaria redt het vandaag, een ander kind overlijdt.

Share.
Exit mobile version