Een document in het NIOD

NOS Nieuws

Het internationaal Holocaust-onderzoekscentrum EHRI zal definitief vanuit Nederland gaan opereren. Minister Bruins van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap woont dit weekend de oprichtingsceremonie van het centrum bij in Polen. De onderzoeksfaciliteit moet bijdragen aan het centraal verzamelen en beschikbaar stellen van alle beschikbare bronnen over de Holocaust.

Tachtig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog zijn er talrijke bronnen over de Holocaust beschikbaar. Dat die foto’s, video’s en andere documenten verspreid over de hele wereld worden bewaard, belemmert wetenschappers en andere geïnteresseerden echter in hun onderzoek naar de Holocaust. Om de versnippering van bronnen tegen te gaan wil een aantal landen het materiaal zoveel mogelijk bundelen.

Eind juli vorig jaar schreven minister Bruins en staatssecretaris Karremans in een Kamerbrief dat het kabinet een verzoek had ingediend bij de Europese Commissie om de onderzoeksfaciliteit op te richten. De instelling wordt ondergebracht bij het Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies (NIOD) in Amsterdam.

Goedkeuring Europese Commissie

Vanuit het NIOD werd het EHRI in 2010 als een internationaal project opgericht. Mede namens Duitsland, Israël, Kroatië, Oostenrijk, Polen, Roemenië, Slowakije, Tsjechië en het Verenigd Koninkrijk vroeg Nederland vorig jaar aan de Europese Commissie toestemming om het centrum om te vormen tot een officiële EU-onderzoeksfaciliteit.

Begin deze week keurde de Commissie de aanvraag goed, waarmee de onderzoeksinstelling van start kan gaan. Het is het 30ste EU-onderzoekscentrum dat de Commissie heeft ingesteld.

De komende tien jaar trekt Nederland jaarlijks 300.000 euro uit voor de instelling. Dat geld wordt betaald vanuit de begrotingen van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Ook andere lidstaten dragen financieel bij aan de oprichting van het centrum en de personeelskosten.

Share.
Exit mobile version