NOS Nieuws••Aangepast
Israëls grondoffensief in Libanon zal zich alleen richten op plekken waar Hezbollah aanwezig is langs de grens met Israël. Dat zegt legerwoordvoerder Hagari in de eerste persconferentie sinds het begin van het offensief afgelopen nacht.
Dit zouden dorpen zijn in het zuiden van Libanon. “Hezbollah veranderde Libanese dorpen naast Israëlische dorpen in militaire bases”, zegt Hagari in de verklaring. “Hezbollah wilde hiervandaan een aanval als 7 oktober uitvoeren.” Deze claim heeft het leger vaker gedaan in de afgelopen maanden.
Hagari claimt ook dat deze oorlog niet gericht is tegen het Libanese volk, maar spreekt daarbij niet over de 1 miljoen Libanezen die zijn gevlucht voor het geweld in het zuiden van hun land of de burgerslachtoffers die omkwamen bij Israëlische luchtaanvallen.
Israël zei vannacht Libanon met grondtroepen binnen te zijn gevallen voor “beperkte en gerichte” acties tegen Hezbollah-doelen die “een acute dreiging vormen” voor Noord-Israël. Na de Hamas-aanval van 7 oktober nam Hezbollah dat gebied onder vuur met raketten. Israël heeft vorige maand de veiligheid van burgers daar tot een van zijn oorlogsdoelen gemaakt.
Elite-eenheid ingezet
Het Israëlische leger spreekt van een zware strijd in Zuid-Libanon. Er worden onder meer commando’s en paratroepen van een elite-eenheid ingezet.
Veel details over de strijd zijn er nog niet, mede doordat journalisten uit het gebied worden geweerd: in opmaat naar de aanval verklaarde Israël de noordelijke regio tot militaire zone, waar geen burgers mogen komen.
Inwoners van Zuid-Libanon meldden in de loop van de nacht aanvallen op plaatsen bij de grens. Getuigen spraken tegen persbureau Reuters van zware aanvallen op het grensplaatsje Aita al-Shaab, waarbij ook drones en helikopters ingezet werden. In het nabijgelegen Rmeish waren ook de lichtsporen van aanvallen te zien.
“Israël wil de infrastructuur van Hezbollah vernietigen, tunnels en opslagplaatsen met name”, vermoedt defensiespecialist Peter Wijninga van het Haags Centrum voor Strategische Studies. “Die zijn soms moeilijk te bereiken met alleen luchtaanvallen. Je moet weten waar ze zitten en dat zie je gewoon moeilijker vanuit de lucht.”
‘Beperkte en gerichte acties’
Of dit grondoffensief het einddoel voor Israël dichtbij brengt, betwijfelt Wijninga. Want om een eind te maken aan de raketaanvallen “moet je eigenlijk veel dieper Libanon in”, waarschuwt hij. “De vraag is of Israël zich dat kan veroorloven en of de rest van de wereld dat toelaat.”
Iran zou bijvoorbeeld bondgenoot Hezbollah militair te hulp kunnen schieten, ondanks waarschuwingen van Israël en de VS dat er dan ernstige consequenties zullen volgen. Ook Syrië kan ingrijpen, dat land heeft nog altijd veel invloed in Libanon. “Je weet nooit hoe het gaat, maar dit heeft een groot risico om uit te breiden.”
‘Geen bezetting’
Israëlische troepen vochten in 2006 voor het laatst in Libanon tegen Hezbollah, in een oorlog die na enkele weken van gevechten onbeslist eindigde. Israëlische functionarissen zeggen anoniem tegen CNN dat het offensief geen “langdurige bezetting” tot doel heeft. Het zou dus geen herhaling moeten worden van de Israëlische bezetting van Zuid-Libanon tussen 1982 en 2000. Die was bedoeld om een buffer te creëren tegen aanvallen.
Het Libanese regeringsleger lijkt zich momenteel afzijdig te houden van het conflict, net zoals in 2006. Een bron meldt aan persbureau Reuters dat Libanon gisteravond laat zijn eigen troepen tot op ongeveer 5 kilometer van de grens heeft teruggetrokken. Een legerwoordvoerder wilde dat bevestigen noch ontkennen.
Interim-premier Mikati zegt dat zijn land momenteel een van de gevaarlijkste periodes uit zijn geschiedenis meemaakt. Hij wees erop dat bijna een vijfde van de totale bevolking op de vlucht is geslagen, ongeveer een miljoen mensen. Hij riep op tot internationale noodhulp.
VN-afspraken
Mikati zei gisteren nog dat zijn land zich wil houden aan de VN-afspraken die in 2006 werden gemaakt over een staakt-het-vuren tussen Hezbollah en Isräel. Destijds werd tevergeefs afgesproken dat het de Hezbollahstrijders ten zuiden van de Litani zouden worden vervangen door het regeringsleger.
Ook Hagari verwees in zijn statement naar VN-resolutie 1701. “Israël en Libanon hadden afgesproken dat er geen strijders, militaire faciliteiten of wapens in Zuid-Libanon zouden zijn behalve van de regering en vredestroepen. Maar 18 jaar later is Hezbollah het grootste niet-statelijke leger en wemelt het er van terroristen en wapens.”
“Als Libanon en de rest van de wereld Hezbollah niet bij onze grens vandaan kunnen houden, hebben we geen keuze dan het zelf te doen”, redeneerde Hagari. “We zullen niet nog eens een ‘7 oktober’ laten gebeuren, aan welke grens dan ook.”