NOS Nieuws•
Veelvoorkomende planten- en vogelsoorten in Nederland zijn bij jongeren (35 jaar en jonger) een stuk minder bekend dan bij ouderen (55-plussers). Dat blijkt uit een peiling die Natuurmonumenten liet uitvoeren onder een representatieve groep van ruim duizend mensen, verdeeld over drie leeftijdscategorieën.
De deelnemers werd gevraagd welke Nederlandse vogel- en plantensoorten ze op afbeeldingen herkenden. De 55-plussers scoorden het beste, gevolgd door de groep van 35 tot 55 jaar. Degenen die jonger waren dan 35 wisten het minst vaak de juiste soort te noemen. Zo herkende iets meer dan een kwart van de jongste groep ondervraagden een margriet en een korenbloem, tegenover driekwart van de 55-plussers.
De merel werd door 59 procent van de groep tot 35 jaar herkend en door 82 procent van de oudste ondervraagden. Vinken bleken iets minder bekend: die herkende 44 procent van de 35-minners. Ook daar scoorden de ouderen met 79 procent een stuk beter. Mensen uit de leeftijdsgroep tussen de 35 en 55 jaar zaten qua score steeds tussen de ouderen en de jongeren in.
‘Uit het oog, uit het hart’
Natuurmonumenten ziet “een zorgelijke trend in een tijd dat we als samenleving juist veel meer moeten doen om de natuur te laten leven”. Dat jongeren minder goed soorten kunnen herkennen dan ouderen, wijt de organisatie aan de slechte staat van de natuur.
“We zijn de afgelopen decennia veel natuur kwijtgeraakt. Van onze insecten is in dertig jaar 76 procent verdwenen. Bijna de helft van de zweefvliegen wordt bedreigd en het gaat slecht met bestuivende insecten.” De organisatie vreest voor een effect dat neerkomt op “uit het oog, uit het hart”.
Volgens de peiling, uitgevoerd door onderzoeksbureau Markteffect, maken negen op de tien ondervraagden zich zorgen over de staat van de Nederlandse natuur. Een deel van hen vindt het daarentegen moeilijk om bij te dragen aan de biodiversiteit.