NOS Nieuws•
-
Brian van der Bol
redacteur Binnenland
-
Brian van der Bol
redacteur Binnenland
Minister Keijzer van Volkshuisvesting brengt vandaag een werkbezoek aan Castricum. De Noord-Hollandse gemeente wordt door het kabinet genoemd als hét voorbeeld van een gemeente met sobere doorstroomlocaties voor statushouders. Maar niet iedereen is overtuigd, zelfs binnen de gemeente zelf.
Castricum geeft al sinds 2018 geen voorrang meer aan asielzoekers met een verblijfsvergunning bij de toewijzing van sociale huurwoningen. De gemeente zoekt continu naar tijdelijke huisvesting voor deze statushouders, zoals leegstaande kantoor- of schoolpanden.
Een voorbeeld van zo’n sobere doorstroomlocatie is een voormalige tractorshowroom in Bakkum, waar twintig containers zijn geplaatst voor statushouders. Vrijwel aanhoudend zijn er klachten van de bewoners: over lekkages, gebrek aan privacy en daglicht, onvoldoende ventilatie en recent over het lozen van afvalwater op een sloot achter de opvanglocatie.
Het afgelopen jaar zijn er meerdere protesten geweest tegen de slechte huisvesting. Volgens henzelf hindert een gebrek aan een vaste plek de integratie. In januari schakelden ze zelfs een advocaat in vanwege de slechte woonomstandigheden. Volgens de bewoners zijn er maar liefst 28 ‘knelpunten’, waarvan er een klein deel inmiddels is opgelost.
‘Huisvesting statushouders moet beter’
De huisvesting van statushouders leidde afgelopen najaar ook tot een bestuurscrisis in Castricum zelf. Burgemeester Ben Tap zei onlangs op NPO Radio 1 dat hij vindt dat de gemeente de huisvesting beter moet kunnen doen.
Hij wijst op een ander wooncomplex dat eind 2024 werd geopend dat “kwalitatief, qua uitstraling en qua woongenot mooier en beter is” dan bijvoorbeeld de opvang in de voormalige tractorshowroom.
Volgens Tap is dat mogelijk, omdat op die locatie iets voor tien jaar is neergezet. “Dan kun je een hogere investering doen, kan je de kwaliteit op een ander niveau brengen.” Dat bevalt volgens de burgemeester goed en de gemeente ontvangt er volgens hem ook complimenten voor.
VNG kritisch
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is kritisch over de kabinetsplannen voor ‘doorstroomlocaties’. Wanneer asielzoekers een verblijfsstatus krijgen, is het eigenlijk de bedoeling dat ze doorschuiven naar een reguliere (sociale) huurwoning.
Dat lukt alleen steeds minder goed. Statushouders zouden normaal gesproken binnen 14 weken een huurwoning moeten krijgen. Maar volgens het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) wordt dat in 70 procent van de gevallen niet gehaald.
Inmiddels zijn bijna 19.000 bewoners van de azc’s statushouder, tegenover bijna 54.000 mensen die nog in de asielprocedure zitten. De VNG en het COA verwachten dat dit aantal oploopt als het kabinet de plannen doorzet om de voorrang voor statushouders bij de toewijzing van sociale huurwoningen te schrappen.
De VNG waarschuwt dat de inburgering “direct onuitvoerbaar” en de asielopvang “onhoudbaar” wordt. Het COA verwacht dat volgend jaar zelfs de helft van de mensen in de azc’s statushouder is.
Grote risico’s
Minister Faber (PVV) van Asiel en Migratie erkent dat de statushouders zouden moeten doorstromen vanuit de azc’s. Daarom zet zij in op sobere doorstroomlocaties, van waaruit statushouders verder zouden moeten doorstromen naar sociale huurwoningen.
Op dit moment zijn er volgens Faber zestien van dergelijke locaties, maar dat moeten er meer worden. Als het aan de minister ligt het liefst grote locaties. Het kabinet probeert gemeenten ook te verleiden met een bonus van 30.000 euro per statushouder die gehuisvest wordt.
De VNG wijst erop dat gemeenten met een doorstroomlocatie te maken krijgen met “complexe financiële, organisatorische en sociale problemen”. Als mensen langer dan een jaar op dergelijke locaties verblijven dan dragen gemeenten het financiële risico. Gemeenten moeten vervolgens de verhuur van woonruimten op zich nemen. “Ze moeten de structuur, expertise of bevoegdheden om als verhuurders te opereren hebben, wat grote (financiële) risico’s meebrengt.”
De Telegraaf meldde gisteren dat een “fiks aantal” afzonderlijke gemeenten het verbod op voorrang “onwerkbaar” vindt en het daarom dreigen te omzeilen.