In samenwerking met
Omroep Zeeland
NOS Nieuws•
In Vlissingen krijgen alle graven van KNIL-militairen de komende maanden een speciaal bordje met het embleem van het KNIL-leger erop. De graven krijgen een cultuurhistorische status en mogen daardoor niet meer worden geruimd.
Vanochtend is het eerste bordje geplaatst in bijzijn van nabestaanden. “Dit bordje is voor de hele gemeenschap, dit is erkenning”, zegt Alex Telehala tegen Omroep Zeeland.
Kampen
Na de onafhankelijkheid van Indonesië in 1945 bleven Molukse militairen uit het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) trouw aan Nederland. Ze werden na de onafhankelijkheidsoorlog in Indonesië gezien als collaborateur. Daarom werden in 1951 zo’n 3500 KNIL-militairen naar Nederland gehaald. In Nederland werden de veteranen en hun families aanvankelijk in voormalige concentratiekampen geplaatst.
De Molukkers dachten maximaal een half jaar in Nederland te blijven, maar ze keerden nooit meer terug. Ondertussen leefden ze in slechte omstandigheden en mochten ze niet werken. Ze voelden zich in de steek gelaten door de Nederlandse overheid.
Vanaf de jaren 60 kwam er verandering in het Nederlandse beleid, dat lang uitging van de terugkeer van de Molukkers. Gaandeweg werden steeds meer Molukkers verspreid over het land gehuisvest en kregen zij meer inspraak over hun toekomst.
Burgemeester
In bijzijn van burgemeester Bas van den Tillar en Alex Telehala is het eerste bordje vanochtend bij het graf van vader Petrus Telehala geplaatst.
Ook voor de zoon is het bordje van grote betekenis, zegt Telehala. “De bordjes zijn ook voor de tweede, derde en vierde generatie. Om bekendheid te geven aan het feit dat onze ouders, de KNIL-militairen, in de jaren 50 samen met de Nederlanders gevochten hebben. En dat iedereen in de toekomst weet: daar ligt een KNIL-militair.”
Later dit jaar wordt er bij de ingang van de begraafplaats ook een monument geplaatst. “Daar zijn we heel dankbaar voor”, aldus Telehala. “Dan kunnen we daar met de gemeenschap samen herdenken.”