NOS Nieuws•
-
Mitra Nazar
correspondent Turkije
-
Mitra Nazar
correspondent Turkije
In de Koerdische gemeenschap is voorzichtig positief gereageerd op de oproep van PKK-leider Öcalan om de wapens neer te leggen. Koerden hopen dat een nieuw vredesproces een einde maakt aan de repressie van de Turkse staat.
In mei vorig jaar viel de terreurpolitie het Koerdische café Pine Cand in het centrum van Diyarbakir binnen. Ze doorzochten het café en arresteerden de eigenaar, Ramazan Simsek. Een paar dagen voor de politie-inval had Simsek op sociale media aangekondigd dat in zijn café de voertaal voortaan alleen Koerdisch zou zijn.
Klanten worden bediend in het Koerdisch en niet in het Turks, was de boodschap. Een belangrijk statement, vond hij zelf. “Ik verdedig een taal die onder druk staat”, zegt hij vanachter de bar in het café. “Opkomen voor de Koerdische taal is opkomen voor democratie en culturele diversiteit. Daarom word ik nu vervolgd.”
Huisarrest
Café Pine is een culturele ontmoetingsplaats voor Koerden in Diyarbakir. Aan de muren hangen Koerdische spotprenten en foto’s van Koerdische muzikanten. Er wordt Koerdische muziek gedraaid, in de boekenkast staan Koerdische tijdschriften en boeken. In het weekend is er livemuziek en tijdens Koerdische feestdagen wordt er gedanst en gezongen.
Drie maanden zat Simsek in huisarrest, zijn zaak loopt nog. De aanklacht had te maken met “het verbannen van de Turkse taal” in zijn café. Simsek ontkent dat hij Turks spreken verbiedt. “Als gasten geen Koerdisch kunnen spreken, dan spreken we Turks. Het gaat ons om het stimuleren van het spreken van de Koerdische taal. Een taal die helaas aan het verdwijnen is.”
Later werd aan de aanklacht toegevoegd dat in Simseks café Koerdische volksliederen worden gezongen, waarmee hij zich schuldig zou maken aan “het maken van propaganda voor een terroristische organisatie”.
Toegenomen repressie
Het is al decennia het lot van Koerden in Zuidoost-Turkije. Tot 1991 was het verboden om, zelfs in huiselijke kring, Koerdisch te spreken.
Sinds president Erdogans AKP aan de macht is, hebben Koerden op papier meer rechten. Zo mogen er Koerdische media bestaan en worden Koerdische lessen gegeven op scholen. Maar meer onderwijs in het Koerdisch is nog steeds verboden. En Koerdisch activisme ligt onder een juridisch vergrootglas.
De laatste jaren is de repressie weer toegenomen. Dat heeft alles te maken met de langslepende oorlog tussen de Turkse staat en de PKK, de gewapende Koerdische beweging die sinds de jaren 80 geweld gebruikt en aanslagen pleegt om Koerdische rechten af te dwingen.
Koerden die zich, op wat voor manier dan ook, inzetten voor meer rechten, worden vaak willekeurig beschuldigd van steunen aan de PKK. Zelfs het luisteren naar Koerdische volksliederen en het opvoeren van traditionele Koerdische dansen op bruiloften, is verdacht.
Turkse gevangenissen zitten vol met Koerdische politici, journalisten en activisten die zeggen niks te maken te hebben met de PKK en nooit een wapen te hebben vastgehouden. Koerdische gekozen burgemeesters worden continu van hun post verwijderd.
De PKK verzwakt
Öcalans oproep om een eind te maken aan de gewapende strijd kan de situatie voor alle Koerden verbeteren, zegt Vahap Coskun, hoogleraar rechten aan de Dicle Universiteit. “Als de wapens weg zijn, verdwijnt ook de belangrijkste stok waarmee de staat kan slaan. En dan kan de ruimte voor Koerdische politiek groter worden. Dit kan alleen maar positief uitpakken voor Koerden.”
Diyarbakir was in 2015 en 2016 het toneel van een bloedige stadsoorlog tussen het Turkse leger en de PKK. Het leger had de overhand en duwde de PKK het land uit. Sindsdien is de PKK verzwakt, en houden de strijders zich op in de bergen in Noord-Irak.
In de Koerdische gemeenschap is niet veel steun meer voor de PKK, zegt Coskun. “Onze onderzoeken laten zien dat Koerden niet langer het radicale pad kiezen. Ze zien de politiek als enige plek om te strijden voor hun rechten.”
Leven met constante spanning
Öcalans oproep werd positief ontvangen in Diyarbakir, maar er was ook teleurstelling. Men had verwacht dat Öcalan ook zou zeggen wat er voor Koerden tegenover zou moeten staan. Café-eigenaar Ramazan Simsek hoopt dat daar achter de schermen afspraken over zijn gemaakt. “Dit moet gepaard gaan met garanties voor democratische politiek. Dat wij ons politiek kunnen uitspreken zonder politie en justitie op ons dak te krijgen”, zegt hij. “En alle politieke gevangenen moeten vrijkomen.”
Sinds zijn arrestatie is Simsek op zijn hoede. Wel spreekt hij nog steeds Koerdisch met zijn klanten, en ook de muziekavonden zijn hervat. “Je houdt er rekening mee dat de politie ieder moment kan binnenvallen. We zijn eraan gewend. Je leeft constant met spanning, hoewel je niks verkeerd doet.”
Hij vestigt alle hoop op dit nieuwe vredesproces. “Alleen al de mogelijkheid dat het slaagt, geeft ons hoop.”