Een zelfscankassa

NOS Nieuws

De koopkracht van veel groepen stijgt volgend jaar een stuk minder dan het Centraal Planbureau (CPB) vorige maand nog verwachtte. Dat blijkt uit nieuwe berekeningen van het CPB, waarin nu ook de kabinetsplannen van Prinsjesdag in mee zijn genomen.

In augustus ging het CPB er nog van uit dat het gemiddelde huishouden 1,1 procent meer te besteden zou hebben. Dat is nu nog 0,7 procent. Voor mensen met een uitkering is het verschil het grootst. In augustus ging het CPB nog uit van een koopkrachtverbetering voor hen van 2,1 procent. Nu is dat nog 0,9 procent.

Bekijk hier de koopkrachtverwachting voor verschillende groepen, swipe voor meer:

  • NOS/CPB

  • NOS/CPB

  • NOS/CPB

  • NOS/CPB

De koopkracht stijgt dus nog steeds voor deze groepen, maar wel minder dan zonder het nieuwe beleid dat nu is aangekondigd. Dat komt onder meer doordat het kabinet een geplande verhoging van de huurtoeslag niet in 2025 maar pas in 2026 laat ingaan. Ook zijn er wat belastingmaatregelen aangepast.

Het is opmerkelijk dat het koopkrachtbeeld van Prinsjesdag ten opzichte van de ‘augustusraming’ voor al deze groepen verslechtert. De afgelopen jaren gebruikte de politiek die raming juist om te kijken welke groepen leken achter te blijven qua koopkracht. En werd er vervolgens gesleuteld aan bijvoorbeeld de hoogte van toeslagen of belastingtarieven om de koopkrachtplaatjes te verbeteren.

Koopkrachtmaatregelen

Deze kabinetsplannen hebben de meeste invloed op de koopkracht volgend jaar:

  • Er komt een extra belastingschijf voor het laagste deel van je inkomen. Over de eerste 38.441 euro betaal je 35,82 procent belasting. Dat is nu nog 36,97 procent. Daarboven, tot een inkomen van 76.816 euro, betaal je 37,48 procent. Het tarief voor hogere inkomens blijft gelijk: 49,50 procent.
  • De huurtoeslag gaat pas in 2026 omhoog. Maar het maximuminkomen om in aanmerking te komen voor huurtoeslag wordt volgend jaar al wel iets hoger, waardoor meer mensen huurtoeslag kunnen krijgen. Voor meerpersoonshuishoudens onder de AOW leeftijd gaat ook het maandelijkse bedrag omhoog.
  • De algemene heffingskorting (een belastingteruggave) gaat omlaag met maximaal 335 euro, maar meer mensen krijgen recht op deze maximale teruggave.
  • Het kindgebonden budget stijgt met maximaal 75 euro per kind. Maar de tijdelijke ondersteuning voor alleenstaande ouders (ALO) daalt met 131 euro. Dat betekent dat in veel gevallen volgend jaar alleen alleenstaande ouders minder kindgebonden budget krijgen. Dit moet ertoe leiden dat alleenstaande ouders met een minimuminkomen er niet op vooruitgaan. Alle andere groepen gaan er in de berekeningen van het CPB wel iets op vooruit.

Het Centraal Planbureau verwacht verder dat de economie volgend jaar, na een paar magere jaren, wat harder groeit. Namelijk met 1,5 procent. Het aantal mensen in armoede daalt volgend jaar licht, van 4,5 naar 4,4 procent van de bevolking. In augustus verwachtte het CPB nog dat de armoede volgend jaar naar 4,1 procent zou dalen.

Het begrotingstekort komt volgend jaar uit op 2,5 procent. Dat betekent dat de overheid dus 2,5 procent meer geld uitgeeft dan er binnenkomt. Binnen de EU is afgesproken dat dit tekort in principe onder de 3 procent moet blijven.

Nederland blijft daar dus onder, maar de staatsschuld stijgt de komende jaren wel. Het CPB verwacht nu dat die in 2033 boven de 60 procent van het bruto binnenlands product uitkomt. Dat is de maximumgrens die de EU hanteert.

Share.
Exit mobile version