NOS Nieuws•
Weinig technologieën ontwikkelen zich zo snel als kunstmatige intelligentie (AI). Dat merken ze ook in het onderwijs. De Algemene Onderwijsbond pleit voor duidelijke landelijke richtlijnen omdat er nog te weinig bewustzijn is over de risico’s van die snelle ontwikkeling. Zo is er de dreiging dat techbedrijven invloed krijgen op lesstof en bestaat de kans dat gevoelige data op straat komen te liggen.
Maar docenten merken ondertussen dat ze bijna niet meer om AI heen kunnen. Zij zien ook de kansen. Niels de Leeuw, levensbeschouwingdocent, kwam voor het eerst in aanraking met AI toen hij profielwerkstukken ging begeleiden. Die bleken niet altijd meer door studenten zelf geschreven te zijn, maar door een AI-chatbot als ChatGPT.
‘Vet probleem’
De Leeuw: “Je hebt heel weinig middelen om het te tackelen en het is moeilijk om te herkennen. Als die werkstukken een wassen neus worden, heb je wel een vet probleem.” Hij zag zelfs hoe AI-werkstukken een verdienmodel werden. “Ik ken verhalen over leerlingen die met betaalde accounts andere leerlingen helpen om opdrachten te genereren.”
En dus ging hij zich samen met een aantal andere docenten verdiepen in AI. Hij las studies en richtlijnen van universiteiten in Cambridge en Leuven en maakte een richtlijn voor zijn school. “Er was in Nederland nog weinig over te vinden, maar internationaal wel.”
ChatGPT in de klas: ‘Ik ben er best afhankelijk van geworden’
De Leeuw was niet de enige die het laatste jaar geconfronteerd werd met de keerzijde van ChatGPT in de klas. “Kunstmatige intelligentie is een enorm ding”, zegt ook docent geschiedenis Marco van Vemde. Hij past inmiddels regelmatig zijn opdrachten en lessen aan: “We laten sommige opdrachten bijvoorbeeld met pen en papier schrijven omdat leerlingen anders ChatGPT gebruiken.”
Spannender
Toch is Van Vemde niet per se negatief over kunstmatige intelligentie in de klas. “We hebben ook een opdracht waarbij we met de klas gaan kletsen met oud-premier Willem Drees. We laten een chatbot zich voordoen als Drees en leerlingen kunnen hem dan in de chat vragen stellen over zijn leven. Op die manier kan je de les interessanter maken, maar je leert leerlingen ook hoe je ermee om moet gaan.”
Hij gebruikt generatieve AI ook om zijn lessen voor te bereiden. “Stel ik moet een toetsvraag maken over de Verlichting. Dan voer ik de vraag in ChatGPT in om te kijken wat voor soort antwoord ik krijg. Ik kan op basis daarvan mijn vraag verbeteren of verduidelijken.”
Ook De Leeuw is ondanks zijn strijd tegen AI-werkstukken niet per se kritisch over chatbots als ChatGPT. “Ook zonder ChatGPT was het plagiaatbeleid op school niet waterdicht. Het grote voordeel is dat ik mijn lessen spannender en beter kan maken met hulp van ChatGPT.”
Moeite met verandering
Zo laat hij ingewikkelde teksten vertalen, zodat ook leerlingen in de onderbouw ze kunnen gebruiken. “Laatst heb ik een heel interessant artikel in het Amerikaanse blad Wired over AI vertaald naar B2 Engels. Dan heb ik een hele actuele interessante tekst die ik na controle kan voorleggen. Het alternatief is vaak dat ik een oude en achterhaalde tekst uit het archief moet gebruiken.”
Koen Buiter ziet als projectleider onderwijsvernieuwing bij scholenkoepel Openbaar Onderwijs Groningen veel vragen over AI voorbijkomen. “AI is voor scholen echt heel ingrijpend. Van het genereren van teksten en afbeeldingen tot het maken van hele profielwerkstukken. Er is zo veel mogelijk en leerlingen gebruiken AI vaak ongemerkt.”
Toch ziet hij dat veel docenten en scholen nog niet staan te springen om er les over te geven of het in te zetten. “Zeker in het voortgezet onderwijs zie je ook docenten die weinig ruimte voor verandering voelen. Bijvoorbeeld een docent die denkt: ik geef al jaren goed les. Ik ga dat echt niet omgooien vanwege de komst van generatieve AI.”
Werkdruk
Volgens Buiter is het ontbreken van tijd een probleem. “Het lastige met AI is dat je echt basiskennis moet hebben om een betekenisvol gesprek te hebben over hoe je het in je onderwijs kan gebruiken. Dan moet je het ook nog op een doordachte manier in je onderwijs integreren.” De tijd om dat te doen hebben docenten vaak niet, ziet Buiter.
Hij vindt de richtlijnen waar de Algemene Onderwijsbond voor pleit een goed idee. “Maar die moeten dan wel heel actief geüpdatet worden. De ontwikkeling van AI gaat zo snel, dat het al snel gedateerd raakt.”
Tijdgebrek is iets dat docent Nederlands Aruna Hoofs herkent. “De werkdruk bij ons is hoog. Ik ben in eerste instantie bezig met de orde van de dag”, zegt ze. Zij ziet wel het belang van AI. Dat houdt vooral in dat ze haar leerlingen probeert bewust te maken van de risico’s en minder bezig is met de mogelijkheden. “We kijken bijvoorbeeld naar gegenereerde foto’s, dan vraag ik ze of de foto echt is of niet. Ik leer ze kritisch kijken.”
Bang dat leerlingen op grote schaal teksten laten genereren door ChatGPT is ze overigens niet. “Als ze iets inleveren dat niet bij de leerling past, dan weet ik dat meestal wel.”