NOS Nieuws•
-
Eliane Lamper
redacteur Buitenland
-
Kaja Bouman
redacteur Buitenland
-
Eliane Lamper
redacteur Buitenland
-
Kaja Bouman
redacteur Buitenland
Na een week van zware bombardementen en liquidaties op hoge Hezbollah-leiders is het Israëlische leger begonnen aan een grondoffensief in het zuiden van Libanon. Israël noemt het een “kleinschalige operatie” en zegt “gerichte aanvallen” uit te voeren in dorpen vlak bij de grens met Israël waar Hezbollah zich zou ophouden.
“Libanon staat voor een van de gevaarlijkste fases in de geschiedenis”, reageerde de Libanese premier Mikati gisteren in een vergadering met VN-organisaties. “Deze cyclus van geweld zal voor niemand goed aflopen”, waarschuwde ook Jeanine Hennis-Plasschaert, speciaal VN-coördinator in het land.
Over de situatie op de grond deelt Israël weinig, om de vijand niet aan informatie te helpen. Hoe ver Israëlische militairen het buurland in zijn getrokken, is niet duidelijk. Volgens het leger zelf zijn zij hooguit op “loopafstand van de grens”. Hezbollah ontkent dat en zegt dat het leger de grens met Libanon nog niet is overgestoken.
Vierde inval
Een doel van het Israëlische leger is om Hezbollah bij de grens te verdrijven, zodat ontheemde inwoners weer kunnen terugkeren naar hun huizen in Noord-Israël. Tienduizenden Israëliërs zijn het afgelopen jaar vertrokken vanwege de raketten van Hezbollah, afgevuurd vanuit het grensgebied uit solidariteit met Hamas en de Palestijnen. Israël vuurde een veelvoud aan raketten terug.
Dat de blik nu naar Libanon verschuift, “heeft ook te maken met Gaza”, zegt onderzoeker Lior Volinz van de Vrije Universiteit Brussel, gespecialiseerd in de Israëlische veiligheidsindustrie. “Israël wil geen wapenstilstand en tegelijkertijd blijkt dat de doelen in Gaza niet via een militaire weg te behalen zijn. Er is weinig meer te winnen.” Hamas is niet vernietigd en de gijzelaars zijn niet vrijgekomen.
Het is nu de vierde keer dat het Israëlische leger het buurland over land aanvalt. De eerste keer was in 1978 en daarna in 1982, ten tijde van de Libanese burgeroorlog. Israël had toen het doel om de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) uit het land te verdrijven en bezette een deel van het zuiden van Libanon.
Hezbollah werd opgericht als reactie op die bezetting en speelde een belangrijke rol in het terugtrekken van de Israëlische troepen in 2000, na achttien jaar. In 2006 volgde een nieuwe oorlog in het zuiden, nadat militanten van Hezbollah Israëlisch grondgebied waren binnendrongen en daar soldaten hadden aangevallen. Die oorlog duurde een maand.
Volledige Amerikaanse steun
Israël beroept zich op het recht op zelfverdediging, wat wordt herhaald door de VS, zijn belangrijkste bondgenoot. Eerder riep de VS nog op om te de-escaleren, maar nu schaart het zich opnieuw achter Israël.
“Israël gaat nu zo ver als ze zich kunnen veroorloven, met volledige Amerikaanse steun”, zegt universitair docent Marina Calculli van de Universiteit Leiden, gespecialiseerd in politiek in het Midden-Oosten en Hezbollah.
Het was Hezbollah dat begon met de aanvallen op Israëlisch grondgebied, maar Calculli maakt de kanttekening dat Israël de soevereiniteit van Libanon al jarenlang schendt. Vanaf 2007 heeft de VN ruim 22.000 schendingen gedocumenteerd. “Ook breekt Israël geregeld door de geluidsbarrière in Beiroet om zijn kracht te laten zien.”
Hezbollah zei maandag “voorbereid” te zijn op een grondoffensief en dat het een “lange strijd” zal worden. Het Libanese leger, dat in vergelijking met de militante beweging weinig voorstelt, is naar eigen zeggen nog gestationeerd in het zuiden. “Het leger zal waarschijnlijk meevechten met Hezbollah en logistieke steun geven”, verwacht Calculli. “Dat hebben ze eerder ook gedaan.”
Velen op de vlucht
Hoe groot het Israëlische offensief ook zal worden, voor de inwoners van Libanon heeft de oorlog grote gevolgen. Alle burgers ten zuiden van de Litani-rivier moeten hun huizen verlaten, liet het Israëlische leger gisteren weten.
Volgens de Libanese regering zijn mogelijk een miljoen Libanezen, een vijfde van de bevolking, al op de vlucht geslagen voor het geweld. De VN schat dat het om zo’n 200.000 mensen gaat. Intussen zijn de afgelopen twee weken ruim duizend mensen omgekomen bij bombardementen in het land, zegt het Libanese ministerie van Gezondheid.
In juni ging correspondent Daisy Mohr mee met de VN-missie in het zuiden van Libanon:
Spanning aan de grens, mee op patrouille in Zuid-Libanon