NOS Nieuws•
-
Sander Zurhake
redacteur Gezondheidszorg
-
Sander Zurhake
redacteur Gezondheidszorg
Ruim 3,5 miljoen mensen in Nederland lijden aan chronische pijn. Dit blijkt uit onderzoek van Ipsos I&O. In pijn gespecialiseerde artsen (anesthesiologen) die opdracht gaven voor dit onderzoek, spreken van een pijnepidemie.
Er hebben veel meer mensen te maken met chronische pijn dan met grote volksziekten als hart- en vaatziekten, diabetes en kanker. En het aantal patiënten zal naar verwachting toenemen vanwege de vergrijzing. Chronische pijn kan een gevolg zijn van behandelingen tegen kanker of orthopedische operaties. Ingrepen waarmee met name ouderen te maken krijgen.
“Toch hebben we het weinig over pijn als ziekte”, zegt Frank Wille, anesthesioloog-pijnspecialist en vicevoorzitter van zijn beroepsvereniging, de NVA. “Chronische pijn wordt vaak nog als symptoom gezien in plaats van als een ziekte die op zichzelf staat.”
Pijn wordt chronisch als die langer aanhoudt dan drie maanden en niet direct is gerelateerd aan acute oorzaken als een blessure, een ziekte of een operatie.
Dergelijke pijn zorgt er doorgaans voor dat mensen minder actief worden waardoor een sociaal isolement op de loer ligt. “Eigenlijk uit angst die bij ons is ingebouwd”, zegt Wille. “Want normaal is pijn een waarschuwingssignaal om het rustig aan te doen. Maar bij chronische pijn is dit vaak juist niet het geval.”
Want de oorspronkelijke pijnoorzaak, bijvoorbeeld een bestraling tegen kanker, is alweer voorbij. Toch kan pijn blijven bestaan omdat zenuwen soms door de bestraling zijn beschadigd.
Eigenlijk zouden patiënten de pijn kunnen negeren, maar geregeld is dat simpelweg niet mogelijk omdat de pijn zo overheersend is geworden. Sommige mensen kunnen door de pijn überhaupt niet meer lopen.
‘Depressie ligt om de hoek’
Ruim een kwart van de patiënten wordt beperkt in hun mogelijkheid om te werken, zo blijkt uit het Ipsos-rapport. Van de patiënten ondervindt 70 procent hinder in het dagelijks leven. En deze beperkingen leiden bij een kwart van de patiënten tot geestelijke gezondheidsproblemen.
“Als je vanwege pijn de deur niet meer uit kunt komen, niet meer kunt werken of je vrienden nauwelijks ziet, ligt een depressie om de hoek”, aldus Wille.
Om de pijn te verdringen gebruiken meer dan één miljoen mensen op dit moment opioïden. Dit zijn zware pijnstillers die zeer verslavend kunnen werken. De verwachting is dat het stijgende gebruik van de afgelopen jaren zal doorzetten.
Tijdens de coronapandemie daalde het gebruik licht, deels omdat er minder operaties waren:
“Het probleem van opioïden is dat ze je qua gevoel compleet afstompen”, zegt Wille. “Dus als je verslaafd raakt doe je echt helemaal niets meer en verlies je vaak contact met de buitenwereld.”
Desalniettemin schrijven sommige medisch specialisten en huisartsen volgens de beroepsvereniging van anesthesiologen te lang opioïden voor, al dan niet onder druk van de patiënt zelf. Dat komt volgens de anesthesiologen omdat de gemiddelde arts relatief weinig weet over de behandeling van pijn als chronische ziekte.
Terwijl er wel degelijk mogelijkheden zijn om chronische pijn te behandelen zonder opioïden, zeker als zenuwletsel de pijn veroorzaakt. Medicijnen tegen depressie of epilepsie zijn ook effectief omdat ze zenuwweefsel tot rust kunnen brengen, waardoor de pijn als minder heftig wordt ervaren. Tegelijkertijd valt het risico op verslaving bij deze middelen doorgaans in het niet in vergelijking met opioïden.
Opleidingen
“Maar veel artsen weten dit niet en je kunt het ze niet kwalijk nemen want het komt immers niet of nauwelijks voor in de meeste opleidingen voor geneeskunde”, stelt Wille. “Pas sinds 2019 is het bij ons in Amsterdam onderdeel van het curriculum geworden. En bij de huisartsenopleiding sinds dit jaar nog een stuk uitgebreider. Wij als anesthesiologen vinden dat dit eigenlijk landelijk moet gebeuren.”
Wille verwacht dat de sociaal-maatschappelijke impact van chronische pijn in dat geval kan worden beperkt. Er zijn ruim 90 gespecialiseerde pijnklinieken in Nederland. “Op 3,5 miljoen patiënten is dat een druppel op de gloeiende plaat. En ik denk dat juist huisartsen dankzij een verbeterde opleiding het verschil kunnen maken. Met aangevulde kennis kunnen ook zij verantwoord de juiste middelen tegen zenuwpijn voorschrijven.”