NOS Nieuws•
-
Leen Kraniotis
redacteur economie
-
Leen Kraniotis
redacteur economie
Werknemers zijn steeds minder vaak nog lid van een vakbond. In 1993 was nog 28 procent lid van een bond. In de dertig jaar daarna is dat gestaag gedaald, naar 15 procent in 2023, meldde het CBS vanochtend.
Dat roept de vraag op wat dat betekent voor de rol van vakbonden in Nederland. Want zij onderhandelen namens werknemers met werkgevers over bijvoorbeeld cao’s. In die collectieve arbeidsovereenkomsten worden zaken als loonsverhogingen, werktijden en thuiswerkregels afgesproken.
‘Kijk verder dan ledental’
Volgens UvA-hoogleraar arbeidsrecht Evert Verhulp is het goed te beseffen dat misschien steeds minder mensen lid zijn, maar dat veel niet-leden positief zijn over vakbonden en ervan profiteren. “Het ministerie van Sociale Zaken houdt bijvoorbeeld enquêtes onder alle werkenden. En de meeste, echt 87 procent, beschouwen de vakbond nog steeds als hun vertegenwoordiger. Dus niet alleen het ledental zegt iets over de representativiteit van bonden.”
De resultaten die vakbonden behalen, bijvoorbeeld loonsverhogingen, gelden voor alle werknemers in een sector of een bedrijf. Of je nu vakbondslid bent of niet. Dat betekent dus dat je als niet-vakbondslid wel de lusten (meer loon), maar niet de lasten (bondscontributie) hebt van vakbonden.
‘Bloedchagrijnig’
Kitty Jong, vicevoorzitter van Nederlands grootste vakbond FNV, wordt soms ‘bloedchagrijnig’ van dat gegeven. “Ik hoor wel eens iemand zeggen ‘ik heb zo’n fijne loonsverhoging gekregen’. En als je dan vraagt ‘ben je ook lid van de vakbond die dat regelde’ dan blijkt dat niet het geval. Vakbonden zijn nog steeds van deze tijd, zolang werkgevers niet vanzelf zeggen dat ze er 5 procent loon bij doen”.
“Als ik heel diep in mijn hart kijk, denk ik soms wel eens: we moeten alleen nog cao’s voor leden afsluiten”, zegt Jong. “Niet-leden gun ik ook van harte een loonsverhoging. Maar het is niet solidair.” Toch heeft de FNV geen plannen om daar echt op in te zetten. “We zetten meer in op bewustwording van de rol van bonden. Bijvoorbeeld met gastlessen op middelbare scholen, uitleggen wat we doen.”
Werkgevers: zorgelijk
Werkgeversvereniging AWVN vindt het geringere animo voor vakbondslidmaatschap wel reden tot zorg. “Omdat elke werkgever wil dat een bond werknemers vertegenwoordigt en ergens voor staat”, aldus een woordvoerder. “Maar in de praktijk gaat het nog wel goed zo. Bonden nemen het ook op voor het algemene werknemersbelang en zijn er niet alleen voor de eigen leden.”
Volgens de AWVN kan het een alternatief zijn om te onderhandelen met een ondernemingsraad over arbeidsvoorwaarden. In een ondernemingsraad zitten werknemers van een bedrijf die vaak parttime, bijvoorbeeld een dag per week, meepraten over de gang van zaken en ook advies uitbrengen aan het bestuur van een bedrijf.
Maar volgens de AWVN heeft een vakbond vaak meer kennis over arbeidsvoorwaarden. “Daarom geven wij aan bonden de voorkeur voor cao-onderhandelingen. Als je als werkgever wil spreken over arbeidsvoorwaarden dan is het heel vervelend als de gesprekspartner het technisch niet snapt.”
Anders bekostigen?
Hoogleraar Verhulp suggereert dat de financiering van vakbonden misschien anders moet, als er steeds minder betalende leden zijn. “Op dit moment valt nog 72 procent van de werknemers onder een cao. Die hebben voordeel van die cao, terwijl ze daar financieel niet aan bijdragen. Je kunt ook zeggen tegen deze groep werknemers: nou, betaalt u ook maar. Bijvoorbeeld via belastingen. Of een opt-out-systeem: dat het uitgangspunt is dat je lid bent, tenzij je heel nadrukkelijk aangeeft dat je dat niet wilt.”
Kitty Jong van de FNV zegt dat haar bond nu financieel gezond is. “We hebben nog steeds een heleboel leden. En onze stakingskassen zijn gevuld om heel lang te kunnen staken.” Als vakbondsleden staken, hoeven werkgevers aan hen geen loon te betalen. Stakers kunnen dan geld uit de stakingskas van de vakbond krijgen.
Onafhankelijk
Ook heeft ze twijfels over een andere bekostiging van vakbonden. “We hebben een onafhankelijke positie en vertegenwoordigen onze betalende leden. We hebben al last van zogeheten gele vakbonden.” Dat zijn bonden met weinig leden, die vaak door werkgevers worden opgericht. “Die worden vooral gefinancierd door werkgevers, maar gaan ook snel akkoord met slechte loonafspraken.”
Overigens heeft de FNV volgens Jong vorig jaar ledenwinst geboekt onder werkenden. “Een zwaluw maakt nog geen zomer, daar ben ik me heel goed van bewust. Maar we zijn onszelf opnieuw aan het uitvinden. We investeren bijvoorbeeld veel in het aantrekken van jongeren. Zo zijn we bezig met het minimumjeugdloon en de langstudeerboete.”