NOS Nieuws•
Op hogescholen en universiteiten moet de Nederlandse taal weer de norm zijn en de verengelsing moet worden teruggedrongen. Verder moet de komst van internationale studenten naar Nederland worden afgeremd. Minister Bruins van Onderwijs zet een wetsvoorstel van zijn voorganger Dijkgraaf daarover door en scherpt het op bepaalde punten ook aan.
Het terugdringen van het aantal internationale studenten moet op termijn een besparing opleveren van zo’n 300 miljoen euro, was al afgesproken in de formatie.
De komende tijd gaat Bruins met de instellingen overleggen hoe die besparing kan worden gerealiseerd. In een brief aan de Tweede Kamer benadrukt hij dat de instellingen zelf een instrument in handen hebben om “beter te sturen op de instroom van studenten”.
Zo mag het hoger onderwijs vanaf volgend jaar een aparte numerus fixus instellen voor ‘anderstalige opleidingen’. Als de maatregelen niet genoeg effect hebben, wordt de bekostiging per student lager, waarschuwt de minister.
Strengere criteria
Bruins wil dat Nederlandse bacheloropleidingen minimaal tweederde van het programma in het Nederlands aanbieden. Maximaal eenderde mag in een andere taal. Om een bacheloropleiding toch helemaal in een andere taal te mogen geven, moet een commissie toestemming geven. Dat kan als het gaat om een opleiding in krimp- en grensregio’s en om opleidingen voor sectoren waar een tekort aan mensen is op de arbeidsmarkt.
Andere uitzonderingen zijn er gemaakt voor als er sprake is van “internationale uniciteit” of als het gaat om “de internationale positionering van een opleiding”.
De minister benadrukt dat de uitzondering niet de regel mag worden en hij wil die laatste twee criteria scherper afstellen dan het vorige kabinet. Zo kan alleen een beroep worden gedaan op uniciteit als er maar één opleiding is die een onderwerp aanbiedt en anderstaligheid nodig is om het vakgebied in Nederland te houden. En internationale positionering geldt alleen als de andere taal onlosmakelijk verbonden is met de internationale dimensie van de opleiding.
Vijfde deel uit buitenland
Bruins schrijft aan de Kamer dat van alle eerstejaars bachelorstudenten in het afgelopen studiejaar ruim 20 procent niet uit Nederland kwam: in het wetenschappelijk onderwijs ruim 31 procent en in het hoger beroepsonderwijs bijna 11. “De grote instroom zet onder andere de studentenhuisvesting onder druk en zorgt voor overvolle collegezalen en druk op studenten.”
De minister benadrukt dat ook met beperkende maatregelen onderwijs en wetenschap een internationale activiteit blijven. Volgens hem blijft met de grote tekorten op de arbeidsmarkt het aantrekken van talentvolle internationale studenten nodig. Hij wil dat ze na hun studie in Nederland gaan werken.