NOS Nieuws••Aangepast
-
Milena Holdert
Onderzoeksredactie
-
Ben Meindertsma
Onderzoeksredactie
-
Milena Holdert
Onderzoeksredactie
-
Ben Meindertsma
Onderzoeksredactie
Het ministerie van Onderwijs start een extern onderzoek naar de vraag waarom de Inspectie voor het Onderwijs jarenlang minder scholen bezocht dan beloofd. Vorige maand bleek uit onderzoek van de NOS en Nieuwsuur dat tussen 2014 en 2019 een fors deel van de basisscholen niet is bezocht, terwijl de afspraak met de Tweede Kamer was om alle scholen elke vier jaar te bezoeken. Toenmalig minister Wiersma zegt dat dit destijds ook zijn wens was, en dat was “voor iedereen glashelder”.
Eerder al erkende het ministerie dat de inspectie haar registratie niet op orde had. Maar waarom de inspectie zich niet aan haar opdracht hield, waarom de tekortkomingen niet eerder aan de Kamer zijn gemeld, en of er ook voor 2014 al minder scholen werden bezocht, dat is niet duidelijk. De Auditdienst Rijk, een onderdeel van het ministerie van Financiën, gaat het onderzoek uitvoeren.
In een reactie zegt inspectie-topvrouw Alida Oppers dat het “uitgangspunt” om alle scholen vierjaarlijks te bezoeken inderdaad “niet helemaal gelukt” is. Maar de inspecteur-generaal stelt ook dat in jaarverslagen van destijds wel een “hele specifieke, concrete uitleg aan de Kamer” staat over “wat we allemaal gedaan hebben”. Oppers noemt het “natuurlijk ernstig” dat de Kamer “daarover in verwarring is geraakt”.
Overigens is in geen van de jaarverslagen terug te vinden hoeveel unieke scholen überhaupt fysiek werden bezocht. Oppers erkent dat de inspectie daarover “scherper” had kunnen rapporteren.
Kristalhelder
In 2021 liet de inspectie het vierjaarlijks bezoek officieel los. Dat was om inhoudelijke redenen, niet vanwege een gebrek aan capaciteit. Maar daarbij werd de Kamer beloofd dat het aantal fysieke inspecties “niet per se minder” zou worden en het aantal scholen dat in een periode van vier jaar bezocht zou worden “nog steeds fors” zou zijn. Kamerleden van NSC, GroenLinks-PvdA en BBB zeggen dat zij er daarom nog altijd van uitgaan dat de inspectie regelmatig op scholen komt, bijvoorbeeld eens in de vier of vijf jaar.
Inspecteur-generaal Alida Oppers noemt dat “opmerkelijk”, omdat de inspectie volgens haar wel degelijk is gestopt met het periodiek bezoeken van scholen. Sinds 2021 is twee derde van de scholen niet meer bezocht. Het is volgens haar “kristalhelder” dat de inspectie risicogericht werkt. “En risicogericht is natuurlijk niet periodiek”, aldus Oppers. “Ik vind het buitengewoon spijtig dat er misverstanden bestaan, maar het verbaast me wel en ik vind het jammer.”
Het ministerie is het, anders dan Oppers, met de Kamerleden eens dat in 2021 inderdaad bij de Kamer de “verwachting is gewekt” dat “nog steeds een groot aantal scholen bezocht zou worden”. “Aan die verwachting is niet volledig voldaan, en dat betreuren wij.”
Niet alleen de Kamer heeft jarenlang om de toezegging gevraagd om alle scholen elke vier jaar te bezoeken. Ook voormalig minister Wiersma wilde in 2022 een motie uitvoeren van Kamerlid Habtamu de Hoop, om het officiële vierjaarlijkse bezoek te behouden. Dit stuitte echter op weerstand van de inspectietop.
Wiersma zegt desgevraagd dat het hoofdstuk voor hem is afgesloten maar benadrukt wel dat hij inderdaad wilde dat de inspectie elke vier jaar alle scholen zou bezoeken, en die koers was volgens hem “voor iedereen glashelder”.