Waarschuwingsbord MKZ in Brandenburg

NOS Nieuws

Drie dagen geleden werd duidelijk dat een aantal waterbuffels in het Duitse Brandenburg besmet is met mond-en-klauwzeer. Hoewel er volgens het ministerie van Landbouw geen aanleiding of vermoeden is dat er ook in Nederland dieren zijn besmet, nam minister Wiersma een dag later wel maatregelen.

Hoe besmettelijk is mond-en-klauwzeer en is er een medicijn? In dit artikel antwoorden op deze en andere vragen over mond-en-klauwzeer.

Wat is mond-en-klauwzeer?

Mond-en-klauwzeer (MKZ) is een zeer besmettelijke ziekte voor met name evenhoevige dieren, zoals koeien, geiten, schapen en varkens. Ook in het wild levende evenhoevigen zijn gevoelig voor het virus, zoals reeën, edelherten en wilde zwijnen. Varkens zijn minder gevoelig voor MKZ dan koeien.

Virusdeeltjes komen makkelijk binnen bij een dier via de lucht of via wondjes en krassen op de huid. Een besmet dier scheidt de virusdeeltjes uit via de ademhaling, maar ook via speeksel, zweet, talg of urine. Dieren met MKZ zijn ongeveer tien tot twaalf dagen besmettelijk voor andere dieren. Ook kan het virus, afhankelijk van de temperatuur en vochtigheid, wekenlang overleven in de omgeving.

De incubatietijd van mond-en-klauwzeer ligt tussen de een en vijf dagen, maar kan bij herkauwers oplopen tot veertien dagen. De symptomen van MKZ zijn onder meer koorts, blaren en plotselinge kreupelheid. Bij varkens zie je ook dat ze zitten als een hond en niet meer willen opstaan. Bij koeien is het plotseling veel minder melk geven ook een symptoom.

Vooral jonge dieren (kalveren en biggen) kunnen aan de ziekte doodgaan. Onder andere dieren is het sterftecijfer laag.

MKZ is bij mensen ongevaarlijk en zeer zeldzaam. Een mens kan alleen MKZ oplopen door direct contact met besmet vee. In de praktijk zou dat bijvoorbeeld de boer of een dierenarts kunnen zijn.

Is er een medicijn tegen mond-en-klauwzeer?

Er bestaan vaccins voor verschillende types MKZ. Tot 1992 werden in Nederland alle dieren ouder dan vier maanden verplicht jaarlijks gevaccineerd tegen drie types.

Sindsdien wordt er in de Europese Unie niet meer preventief gevaccineerd. De vaccins beschermen niet tegen alle varianten en de kosten voor preventieve vaccinatie waren hoog. Preventieve vaccinatie werd zelfs verboden. Daardoor kreeg de EU de status “ziektevrij zonder vaccinatie”. Dat heeft een groot economisch voordeel, omdat dieren en het vlees daardoor kan worden geëxporteerd naar belangrijke markten in de wereld.

Bij een uitbraak kan worden besloten om wel te vaccineren. Dat wordt noodvaccinatie genoemd en is om de uitbraak in te dammen. Volgens het ministerie van Landbouw is daar nu geen sprake van, omdat er nog een besmetting is in Nederland.

Welke maatregelen zijn er genomen om besmetting in Nederland te voorkomen?

Het ministerie heeft een aantal maatregelen ingesteld. Afgelopen weekend werd duidelijk dat er de afgelopen weken ruim 3600 kalveren uit de deelstaat Brandenburg naar Nederland zijn geïmporteerd. Daarom geldt voor de kalversector:

  • Afvoerverbod voor vleeskalveren. Dat betekent dat er geen dieren van kalverbedrijven mogen worden afgevoerd, met uitzondering voor de slacht. Het invoeren van kalveren mag nog wel. Voor het transport van kalveren geldt een hygiëneprotocol.
  • Bezoekverbod voor vleeskalverbedrijven. Alleen noodzakelijke bezoekers, zoals veeartsen, mogen onder voorwaarden op een bedrijf komen.
  • De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit onderzoekt op bedrijven of er besmettingen van mond-en-klauwzeer zijn. De 3600 kalveren uit Brandenburg zijn terechtgekomen op 125 vleeskalverbedrijven in Nederland.
  • De universiteit in Wageningen heeft de opdracht gekregen om alle bloedmonsters die eerder werden onderzocht op blauwtong opnieuw te testen op MKZ. Vorig jaar was er een forse uitbraak van blauwtong met duizenden besmettingen.

Wanneer was de laatste grote uitbraak van MKZ in Nederland?

De laatste grote uitbraak van mond-en-klauwzeer was in 2001. Die heeft diepe sporen nagelaten in de agrarische sector. De ziekte dook op in het Verenigd Koninkrijk en kwam een maand later ook terecht in Nederland. Toen werden op 2921 Nederlandse bedrijven meer dan 270.000 dieren uit voorzorg afgemaakt.

In 2001 liepen de spanningen vooral in Kootwijkerbroek hoog op. Daar werden na de positieve test van een dier in een straal van twee kilometer 60.000 dieren preventief geruimd. Boze boeren hingen dood vee in bomen, staken auto’s in brand en blokkeerden toegangswegen. De ME werd ingezet en voerde charges uit.

Share.
Exit mobile version