NOS Nieuws••Aangepast
Willem-Alexanders oproep tot verbinding valt goed bij organisaties die Joodse Nederlanders en Nederlandse moslims vertegenwoordigen. In zijn kerstoespraak richtte de koning zich tot beide groepen. Het staatshoofd erkende dat er meningsverschillen zijn, maar pleitte ervoor “op zoek te gaan naar het menselijke dat ons samenbrengt”.
De koning heeft de spanningen goed aangevoeld, zeggen vertegenwoordigers. “Veel moslims hebben het gevoel dat ze er niet bij horen”, zegt Said Bouharrou, bestuurslid van Contactorgaan Moslims en Overheid. “Zij maken zich zorgen over hun toekomst in Nederland gelet op het huidige politieke klimaat.”
‘Pijn begrijpen’
In de Joodse gemeenschap leven zorgen over de toename van antisemitisme. “Het is bijzonder dat de koning de spanningen benoemde die er in onze samenleving zijn vanwege een oorlog in het Midden-Oosten, dat hij de pijn en overdenkingen van veel Joden ziet en begrijpt”, zegt het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI).
In de woorden van de koning voelen “veel mensen zich onbegrepen, ongewenst, onbeschermd”. Daarom is het volgens hem belangrijk dat “we verbittering en haat niet importeren in onze straten”.
Willem-Alexander benadrukte in zijn kersttoespraak dat Joden en moslims zich thuis moeten voelen in Nederland. “Dit is ook jouw land”, zei hij:
Koning in kersttoespraak: ‘Spanningen voelbaar, we moeten weerbaar zijn’
“Het is mooi en fijn dat hij dat zegt. Ik kan me niet voorstellen dat iemand hier tegen is”, reageert Hans Weijel, vicevoorzitter van het Centraal Joods Overleg.
Daar is Bouharrou van het Contactorgaan Moslims en Overheid het mee eens. Hij spreekt wel de hoop uit dat het niet slechts bij woorden van de koning blijft. Bouharrou: “Het is belangrijk dat zijn boodschap van verbinding actief wordt uitgedragen. Juist ook door de politiek.”
Daar sluit Kashif Akmal, van de in Nederland kleine Ahmadiyya Moslim Gemeenschap, zich bij aan. “We hopen dat we elkaar als medeburgers gaan zien in dit land en minder polariserende uitspraken doen”, legt hij uit. Hij vat de woorden van Willem-Alexander samen als “een mooie boodschap, maar ik hoop dat we dit ook in de politiek gaan zien”.
