Na tal van afwijzingen wordt Trump eerste zittende president bij Super Bowl

Als meer dan 120 miljoen Amerikanen en nog vele miljoenen sportliefhebbers wereldwijd zondagavond afstemmen op het grootste eendaagse sportevenement van het jaar, zal het niet lang duren voor hij in beeld komt: Donald Trump.

De president is toeschouwer bij de grote finale van het American football-seizoen tussen Kansas City Chiefs en Philadelphia Eagles. Hij wordt de eerste zittende president van de Verenigde Staten die de Super Bowl bezoekt. Eerdere presidenten deden dat pas na hun presidentschap: omdat de beveiliging lastig te regelen is bijvoorbeeld, en omdat het gezien wordt als een dag waarop het even niet over politiek gaat.

Spelers van de Chiefs en de Eagles kwamen er deze week niet onderuit. Op elk persmoment werden vragen gesteld over die ene specifieke toeschouwer bij de wedstrijd in New Orleans.

“Cool om te spelen voor iemand op de toppositie van ons land”, antwoordde Chiefs-quarterback Patrick Mahomes. Jalen Hurts (quarterback van de Eagles) klonk minder enthousiast en stelde koeltjes dat Trump “mag doen wat hij maar wil”.

Het antwoord waar iedereen op wachtte, was dat van Travis Kelce. De routinier (35) heeft een relatie met popster Taylor Swift, een graag geziene fan op de tribune bij wedstrijden van de Chiefs.

Swift sprak voor de presidentsverkiezingen haar steun uit voor de Democratische kandidaat Kamala Harris. Trump reageerde op zijn eigen social media-kanaal met, in hoofdletters: “Ik haat Taylor Swift”.

Het antwoord van Kelce lag daarom gevoelig. Hij bleef diplomatiek: “Dat de president erbij is, van het beste land ter wereld, maakt het behoorlijk cool. Ik vind het een grote eer, ongeacht wie de president is.”

Voormalig presidenten woonden al wel eens de Super Bowl bij. Zo deed George H.W. Bush (president in 1989-1993) de toss voor de Super Bowl in 2002 – enkele maanden na de aanslagen van 11 september – en vijftien jaar later nog eens. De eerste keer was zoon George W. Bush de zittende president, de tweede keer zat Trump net op het pluche.

In 1985 gooide Ronald Reagan het muntje op voorafgaand aan de Super Bowl. Dat deed hij echter niet op de middenlijn, maar na vele proefworpen gewoon vanuit het Witte Huis via een satellietverbinding..

Voordat hij president werd, liet Trump zich al decennialang zien bij de populaire Amerikaanse sporten. Dat begon met het showworstelen (WWE) en tegenwoordig onderhoudt Trump nauwe banden met vechtsportbond UFC, waarvan grote baas Dana White te gast was bij de inauguratie van de 47ste president van de VS.

De NFL is voor Trump altijd een onbereikbare liefde gebleken. In de jaren ’80 bood hij tevergeefs tientallen miljoenen dollars om NFL-teams Baltimore Colts en later Dallas Cowboys in handen te krijgen. En hij had zich de successen van Tom Brady met New England Patriots kunnen toe-eigenen, als zijn overnamebod in 1988 niet was afgewezen. In 2014 deed hij nog een mislukte poging om Buffalo Bills te kopen.

Uiteindelijk bleek het Witte Huis een stuk makkelijker bereikbaar voor Trump dan de bestuurskamer van een NFL-team. De clubeigenaren in de NFL bepalen namelijk wie – en dus ook wie niet – toegang krijgen tot hun exclusieve club van steenrijke sportmagnaten.

Ze moesten hem niet. En dat is voor Trump onverteerbaar. Na de afwijzingen noemde Trump de eigenaren “losers.”

Begin jaren ’80 ging hij de strijd aan met de NFL en zijn koppige eigenaren. Hij kocht zich in bij de New Jersey Generals, een van de teams van de United States Football League (USFL). Die competitie was een jaar eerder opgericht om de football-fans ook in de lente en zomer – als de NFL stil ligt – te bedienen.

De ambities waren enorm: twee jaren op rij slaagde de USFL erin om de beste speler van de college-competities voor de neus van de NFL weg te kapen. Beiden werden door de dollars van Trump verleid om in New Jersey te gaan spelen.

Na twee seizoenen zonder kampioenschap gooide Trump zijn troeven op tafel. Hij overtuigde de andere eigenaars om de speelkalender van de USFL gelijk te trekken met die van de NFL.

Niet veel later diende hij een aanklacht in tegen het monopolie dat de NFL bij de grote tv-zenders zou hebben afgedwongen. Met een eis van 1,7 miljard dollar probeerde Trump de NFL in één klap met de grond gelijk te maken.

Die opzet leek te slagen. De jury stelde Trumps USFL in het gelijk, maar in plaats van miljarden bedroeg de schadevergoeding welgeteld 3 dollar. Zes dagen na die uitspraak werd de USFL opgeheven.

Ook in zijn eerste termijn als president bemoeide Trump zich met de NFL. In die periode speelde de Black Lives Matter-beweging. Meerdere keren haalde Trump uit naar sporters die protesteerden tegen politiegeweld, racisme en uitsluiting.

Toen quarterback Colin Kaepernick begon met knielen tijdens het Amerikaanse volkslied, zette Trump de NFL-bestuurders onder druk om dit protest te verbieden.

In 2020 maakten we onderstaande video en dit verhaal over de verdeeldheid in de sportwereld tijdens de eerste termijn van Trump:

Zoals de traditie voorschrijft, nodigde Trump in zijn eerste jaar als president de winnaar van de Super Bowl op het Witte Huis uit. Die uitnodiging werd echter ingetrokken na geruchten over desinteresse bij het overgrote deel van de spelersgroep. Die ploeg? Philadelphia Eagles.

Zonder het met zoveel woorden te zeggen, lijkt de voorkeur van Trump zondag uit te gaan naar de Chiefs met drievoudig winnaar Mahomes. “Ik wil niet zeggen voor wie ik ben, maar er is een zekere quarterback die erg goed is in winnen.”