NOS Nieuws•
-
Vincent van Rijn
verslaggever Binnenland
-
Vincent van Rijn
verslaggever Binnenland
Tachtig jaar geleden, in het najaar van 1944, wordt Venlo meer dan tien keer getroffen door bombardementen van de geallieerden. Er komen 219 mensen om het leven. Vandaag wordt voor de slachtoffers een namenmonument onthuld.
“Zij probeerden bruggen te raken maar dat mislukte en de bommen vielen op het centrum van Venlo”, vertelt initiatiefnemer Mattie Peeters van de stichting Namenmuur 1944. “Zodat deze slachtoffers in leven blijven doordat ze herinnerd worden, doordat hun namen ergens staan.”
“Wij woonden in de Vleesstraat in het centrum”, begint Paul Seuren zijn verhaal over het bombardement van 28 oktober. Op die dag was Seuren nog maar een baby van vijf maanden oud. “Toen het luchtalarm afging heeft mijn moeder mijn zes oudere broers en zussen uit voorzorg naar de kelder gestuurd. Vervolgens haalde ze mij uit de wieg om ook naar de kelder te gaan. Toen mijn moeder met mij onderweg was naar de kelder sloeg het noodlot toe. Ons huis werd door een bom getroffen. De kinderen in de kelder waren op slag dood en mijn moeder lag met mij in haar armen in het puin”
De bovenbeentjes van Paul zijn gebroken en het onderlijf van zijn moeder is verbrijzeld. Twee dagen later overlijdt ze in het Sint Joseph-ziekenhuis. Paul is de enige van zijn broers en zussen die het bombardement overleeft. Zijn vader is het op het moment van de ontploffing buiten huis aan het werk.
Niet kwalijk nemen
“In het ziekenhuis lag ik als baby aanvankelijk bij de categorie van mensen die het niet zouden redden, ze moesten daar een indeling maken. Maar een verpleegster die op de kinderafdeling werkte kreeg een klik met mijn vader die me kwam opzoeken en heeft me toen bij de categorie ‘nog te redden’ gelegd. Ik heb nog tot de bevrijding in het ziekenhuis gelegen.”
Na de oorlog trouwt Pauls vader met deze verpleegster en komen er voor Paul twee halfbroers en een halfzus bij. Thuis werd er nooit over de oorlog gesproken. “Het portret van mijn moeder met de zes overleden kinderen hing wel boven het buffet in de huiskamer. Dus ik wist wel altijd dat ik het dus overleefd had. En anders dan wist ik dat wel als ik boodschappen ging doen. Dan werd ik in de stad naar de slager of bakker gestuurd en dan zeiden de volwassen: ‘Oh dat is dat menneke dat in de oorlog is overgebleven’.”
Ondanks de immense consequenties neemt Paul Seuren de mislukte bombardementen de geallieerden niet kwalijk. “Ik kan me wel voorstellen dat ze probeerden die brug te bombarderen om die toevoerlijn uit Duitsland te onderbreken. Vroeger heb hier ik hier nooit over gesproken, maar tegenwoordig zeg ik ja, dit verhaal moet verteld worden.”
Het namenmonument komt aan de achterkant van de Minderbroederskerk. Deze plek is niet toevallig gekozen, de kerk doorstond de eerste bommenregen op 13 oktober 1944 vertelt Mattie Peeters. ”Naast de namen komt ook het stromende water van de Maas erin terug en natuurlijk zijn de Maasbruggen er ook op te zien.”
Bij de onthulling zal Paul Seuren het verhaal van zijn familie vertellen aan de aanwezigen. Daaronder veel nabestaanden van slachtoffers. Ook commissaris van de Koning Emile Roemer en afgevaardigden van defensie zijn erbij.