NOS Nieuws•
De Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) heeft de interim-regering van Syrië bezocht. Het was “een eerste stap naar het herstellen van een werkrelatie tussen Syrië en OPCW”, zegt de OPCW.
De organisatie is verantwoordelijk voor de handhaving van het verbod op chemische wapens. De OPCW was in Damascus op uitnodiging van de Syrische interim-minister van Buitenlandse Zaken en ontmoette daar de nieuwe leiders van Syrië, onder wie interim-president Ahmed Al-Sharaa.
Nederland heeft het bezoek van de in Den Haag gevestigde organisatie beveiligd, melden minister Veldkamp van Buitenlandse Zaken en minister Brekelmans van Defensie. Dat gebeurde omdat de Syrische interim-regering dat zelf nog niet kan. In een Kamerbrief schrijven de ministers dat “Nederland met deze inzet een actieve bijdrage levert aan goed gastlandschap”.
Chemisch Wapenverdrag
Syrië trad in 2013 onder internationale druk toe tot het Chemisch Wapenverdrag, nadat een jaar eerder het leger van dictator Assad chemische wapens had ingezet. In 2014 meldde de OPCW dat de laatste chemische wapens uit Syrië waren weggehaald.
In de jaren daarna gaf Syrië onder leiding van Assad geen openheid over het gebruik van chemische wapens, ondanks eerdere beloftes. In 2023 maakte de OPCW bekend dat het Syrische leger in 2018 gifgas tegen rebellen gebruikte in Douma.
Volgens directeur-generaal van OPCW Fernando Arias waren de gesprekken vandaag “lang, productief en zeer open”.
‘Elimineren overblijfselen chemische wapenprogramma’
Ook technische experts waren mee naar Damascus om contact te leggen met Syrische collega’s. “Dit bezoek markeert een reset”, zei Arias. Volgens hem “is de basis gelegd voor een samenwerking om het Syrische chemische wapendossier voorgoed te sluiten”.
Ook zei hij dat de OPCW met Syrië wil samenwerken aan stabiliteit in de regio en bijdragen aan vrede en internationale veiligheid. De OPCW heeft aangeboden Syrië te ondersteunen bij het “elimineren van de overblijfselen van het chemische wapenprogramma van Syrië.”
In de Kamerbrief schrijven de ministers dat wanneer OPCW nogmaals Syrië bezoekt, Nederland weer de beveiliging voor zijn rekening zal nemen.