NOS Nieuws••Aangepast
Bij een Russische raketaanval in de Oekraïense stad Poltava zijn minstens 51 mensen omgekomen en meer dan 200 mensen gewond geraakt, zeggen de autoriteiten in de regio. Volgens president Zelensky raakten Russische troepen de stad in het noordoosten van Oekraïne met twee ballistische raketten.
Zelensky heeft de nabestaanden van de slachtoffers gecondoleerd:
Tientallen doden bij Russische raketaanval in Poltava
Een van de raketten heeft een gebouw van het Militair Instituut voor Communicatie gedeeltelijk verwoest. Ook een onderwijsinstelling en een nabijgelegen ziekenhuis zijn volgens Zelensky getroffen.
Op foto’s die geverifieerd zijn door de NOS zijn meerdere omgekomen militairen te zien. Het gaat om ten minste zeven slachtoffers. Het gebouw van het militair instituut is flink beschadigd.
Schuilkelder
Het ministerie van Defensie zegt dat mensen geen tijd hadden om zich te verschuilen. “De tijd tussen het alarm en het inslaan van de raketten was zo kort dat mensen nog onderweg waren naar de schuilkelder.”
De hulpdiensten hebben 25 mensen gered. Elf van hen waren bedolven onder puin. De gouverneur zegt dat veel inwoners bloed hebben gedoneerd voor de gewonden.
De stad Poltava ligt in de gelijknamige regio in het oosten van Oekraïne, op zo’n 110 kilometer van de Russische grens. De aanval is een van de dodelijkste sinds het begin van de oorlog in februari 2022. De lokale autoriteiten hebben drie dagen van rouw aangekondigd.
President Zelensky herhaalde zijn oproep voor meer luchtverdedigingssystemen, waarvan de levering niet op gang lijkt te komen. “We blijven tegen iedereen die de macht heeft om deze terreur te stoppen vertellen dat luchtverdedigingssystemen en raketten nodig zijn in Oekraïne, niet ergens in een opslagplaats.”
Ook riep hij opnieuw op om toestemming te krijgen van westerse bondgenoten om langeafstandsraketten in te zetten voor doelen in Rusland, waarvandaan Rusland aanvallen uitvoert op Oekraïne. “Deze aanvallen over lange afstand kunnen ons beschermen tegen Russische terreur. Ze zijn nu nodig. Helaas betekent elke dag uitstel verlies van mensenlevens.”