Werknemers van een van de bedrijven op Chemelot

NOS Nieuws

Het gaat nog geruime tijd duren voordat het RIVM uitgebreid onderzoek gaat doen naar de gezondheid van omwonenden van industrieterrein Chemelot in Zuid-Limburg. Dat gebeurt op zijn vroegst in de eerste helft van 2026.

Het RIVM stelt dat het weliswaar een begin maakt met de voorbereidingen, maar voorlopig zonder dat er daadwerkelijk een gezondheidsonderzoek plaatsvindt. “Met een verkenning moet duidelijk worden welke informatie al aanwezig is en welk aanvullend onderzoek eventueel nodig is”, laat het rijksinstituut weten bij L1Nieuws.

Chemelot ligt als industrieterrein met zestig chemische bedrijven ingeklemd tussen de gemeenten Sittard-Geleen, Stein en Beek. In die gemeenten wonen ruim 130.000 mensen, van wie velen zich afvragen of hun gezondheid lijdt onder de uitstoot van gevaarlijke stoffen.

Die zorg leeft ook al langer breed bij de politiek in Limburg. In november 2023 drong een meerderheid van Provinciale Staten aan op een onderzoek, mede naar aanleiding van berichten over een aantal incidenten bij chemische bedrijven op het terrein.

Ook wees de provincie erop dat na een veel kleiner onderzoek van het RIVM al was gebleken dat omwonenden bezorgd zijn. Omdat destijds ook gezondheidsonderzoeken begonnen bij Tata Steel in IJmuiden en Chemours in Dordrecht, vroeg de Limburgse politiek naar een gelijksoortige aanpak bij Chemelot.

Niet gemeten maar geschat

Maar zo’n onderzoek in Geleen en wijde omgeving is niet gemakkelijk, blijkt nu. Een probleem is dat niet duidelijk is aan hoeveel chemische stoffen omwonenden worden blootgesteld. Dit wordt “niet gemeten, maar geschat”, constateerde de Gezondheidsraad in april.

Het adviesorgaan pleitte voor een structureel meetprogramma. Daarbij zou bijvoorbeeld bloed en urine van minstens 1500 mensen regelmatig moeten worden onderzocht om te kijken hoeveel stoffen ze over een bepaalde periode hebben binnengekregen. Dat wordt biomonitoring genoemd.

Stoffen in lichaam

Er worden wel metingen gedaan in bijvoorbeeld lucht, water en voeding. Maar het is niet duidelijk hoeveel stoffen doordringen in een lichaam. Door een grote groep structureel te volgen, kunnen later bijvoorbeeld onderzoeken op regionale schaal worden vergeleken met landelijk gemiddelde cijfers. Zo kan beter worden bepaald of er sprake is van extra gevaar voor de omwonenden van industriële bedrijven.

Een ander probleem is dat er meer dan 100.000 verschillende chemische stoffen worden ‘geproduceerd’. “Het is niet mogelijk om alle chemische stoffen waaraan mensen worden blootgesteld, mee te nemen in een meetprogramma”, schreef VVD-staatssecretaris Karremans van Volksgezondheid in november aan de Tweede Kamer.

“Er moet een selectie gemaakt worden. Dat kan om financiële redenen zijn, om het meetprogramma behapbaar te houden, maar ook om technische redenen. Niet alle stoffen zijn goed meetbaar.”

Share.
Exit mobile version