Een zorgverlener voort een gesprek met een patiënt in de GGZ.

NOS Nieuws

  • Sander Zurhake

    redacteur Gezondheidszorg

  • Sander Zurhake

    redacteur Gezondheidszorg

Psychiaters en psychologen vrezen voor financiële problemen nu ze met ingang van dit jaar geen declaraties meer kunnen indienen bij zorgverzekeraars. Doen ze dat wel, dan delen ze informatie over hun patiënten die ze vanaf dit jaar waarschijnlijk niet meer mogen delen. Daarmee zouden ze hun beroepsgeheim schenden. Een oplossing voor het probleem is er nog niet.

Wat dit betekent voor patiënten en de zorg die zij nodig hebben is nog onbekend. Gisteren vond op het ministerie van Volksgezondheid spoedoverleg plaats met zorgverzekeraars en beroeps- en brancheorganisaties uit de geestelijke gezondheidszorg. Wat dat heeft opgeleverd, is nog niet bekend.

“Deze situatie moet niet twee maanden gaan duren, want dan gaat het voor zorgaanbieders ingewikkeld worden”, zegt de woordvoerder van brancheorganisatie de Nederlandse GGZ.

Zelfstandige zorgaanbieders kwetsbaar

Met name kleine en zelfstandige zorgaanbieders hebben lang niet allemaal genoeg buffer om enkele maanden zorg te leveren zonder dat vergoed te krijgen. Vooral zelfstandigen kunnen het zwaar krijgen, aldus de beroepsverenigingen van psychiaters en psychologen. Kosten als huur voor de praktijk en belastingen moeten wel betaald worden.

De belangenorganisaties van de ggz benadrukken dat ze verwachten dat op zeer korte termijn een tussenoplossing wordt gevonden. Als dat niet lukt is er een reële kans dat een deel van de kleine zorgaanbieders wegvalt. Dan zal naar verwachting de druk op grotere instellingen toenemen, waardoor het nog lastiger wordt om de lange wachttijden te verkorten.

Rommelige hervorming

Deze situatie is het gevolg van een rommelige hervorming van het factureringsysteem. Tot en met het einde van 2024 waren ggz-zorgaanbieders verplicht om op hun declaraties patiëntinformatie te vermelden. Deze informatie uit de DSM 5 (het diagnostisch en statistisch handboek van psychiatrische aandoeningen, red.) en de basis ggz-profielen zijn essentieel om het zorgstelsel te laten functioneren.

Zo krijgen zorgverzekeraars van het Zorginstituut Nederland een vergoeding als zij meer kosten maken dan concurrerende verzekeraars omdat zij bijvoorbeeld meer cliënten hebben die chronisch ziek zijn. Dit wordt onder andere vastgesteld op basis van de DSM 5 en de basis ggz-profielen. Deze compensatie bestaat omdat zorgverzekeraars vanuit hun zorgplicht niemand een basisverzekering mogen weigeren.

Maar de wettelijke basis voor het delen van deze privacygevoelige informatie is per 1 januari verlopen. Het kabinet dacht deze regelgeving niet meer nodig te hebben omdat de DSM 5 per dit jaar vervangen zou worden door een informatiesysteem met uitgebreidere patiëntinformatie.

Bescherming van privacy

De Tweede Kamer vond echter dat deze nieuwe informatiebron een te grote inbreuk zou maken op de privacy van patiënten en stemde in juni voor een motie van NSC-Kamerlid Agnes Joseph om deze informatie niet te gebruiken.

Zowel zorgverzekeraars als zorgaanbieders en patiëntenorganisaties waarschuwden het kabinet vrijwel direct dat er daarom voor 2025 aanvullende regelgeving moest komen om patiëntinformatie met zorgverzekeraars te mogen blijven delen. Want zonder die informatie kunnen zorgverzekeraars geen declaraties vergoeden. Maar een nieuwe regeling bleef uit.

Op zoek naar ‘praktische oplossingen’

Net voor het kerstreces erkende het kabinet in een Kamerbrief dat er toch extra regelgeving nodig is. Het kabinet stelt dat deze regeling in de loop van het jaar kan worden ingevoerd. Wanneer precies is niet duidelijk.

In de tussentijd vraagt het kabinet zorgverzekeraars en aanbieders gezamenlijk tot tijdelijke, “praktische oplossingen” te komen zodat het verlenen van zorg en het betalen daarvan niet stopt.

Wat dat concreet betekent is nog onduidelijk, de overleggen zijn in volle gang.

Share.
Exit mobile version