In samenwerking met
Omroep Zeeland
NOS Nieuws•
In het Zeeuwse dorp Ouwerkerk is vanochtend de Watersnoodramp van 1953 herdacht. Burgemeester Jack van der Hoek van Schouwen-Duiveland sprak daarbij over de “vergeten slachtoffers” van de ramp.
De Watersnoodramp is de grootste natuurramp van de 20ste eeuw in Nederland. In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 kwamen 1836 mensen om het leven door overstromingen. Die werden veroorzaakt door een combinatie van een zware noordwesterstorm en springtij.
‘Ten onder gegaan met man en muis’
Burgemeester Van der Hoek besteedde vandaag aandacht aan de zogeheten vergeten slachtoffers naar aanleiding van een nieuwe expositie in het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk. Die gaat over 31 bemanningsleden van negen schepen, die tijdens de rampnacht verdwenen op de Noordzee.
De namen van deze mannen zijn niet opgenomen in de officiële slachtofferlijsten van het Rode Kruis. “Zij zijn ten onder gegaan met man en muis, met schip en al”, zei de burgemeester.
Ook de kinderburgemeester van Schouwen-Duiveland, Maud Kok, sprak vandaag. Zij herinnerde zich dat ze bij een vriendinnetje aan het spelen was toen ze een witte lijn op het huis zag.
“Toen ik aan haar moeder vroeg wat het was, antwoordde ze dat het een zoutlijn is”, zei Kok. Deze lijn bleef achter na de ramp en laat zien hoe hoog het water die nacht kwam. “Ik schrok van hoe hoog de lijn was.”
Meer herdenkingen
Er waren vanochtend zo’n 200 mensen aanwezig, schrijft Omroep Zeeland. De regionale omroep zond de herdenking live uit.
Vandaag wordt op meer plekken in Nederland stilgestaan bij de ramp. Zo is vanavond een bijeenkomst in het Zeeuwse Kruiningen, waar de 77 slachtoffers uit Reimerswaal worden herdacht.
Het A.M. de Jongmuseum in het Brabantse dorp Nieuw-Vossemeer is vandaag en vanavond geopend vanwege de herdenking. In dat museum is de herinneringswand van de Watersnoodramp te zien.