Fragment uit het oorlogsarchief

NOS Nieuws

Ook in de Tweede Kamer is er boosheid over de gang van zaken rond het Nationaal oorlogsarchief CABR, het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging. Op die openbare lijst staan namen van mensen die beschuldigd of verdacht werden van collaboratie met de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Of die beschuldigingen van destijds terecht waren of niet blijkt niet uit de lijst. Want de onderliggende dossiers zijn niet openbaar en slechts op aanvraag in te zien bij het Nationaal Archief. Daar is inmiddels een wachttijd van maanden ontstaan. De gang van zaken leidde al tot veel verontwaardigde reacties van mensen die familie of bekenden op de lijst zagen staan. Die hebben in hun ogen nu het stempel een foute Nederlander te zijn.

En het overkwam ook Kamerleden, zo bleek tijdens het Vragenuurtje. Minister Bruins van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap moest ervoor naar de Kamer komen. D66-Kamerlid Paternotte vindt dat er een enorme bende van is gemaakt. “Mijn eigen opa en oma hadden twee kleine kindjes ondergedoken zitten, die hebben het daardoor overleefd. En dan staat er een jongere broer van mijn opa op deze namenlijst, zonder context of uitleg.”

Mensen willen dit rechtzetten

JA21-Kamerlid Eerdmans zag zijn grootvader op de lijst staan. “Terwijl ik van mijn vader weet dat ze Joden in huis hadden. De Duitsers kwamen zelfs nog een keer zoeken, maar ze konden ze niet vinden.” Eerdmans vindt dat op de lijst achter de naam van zijn opa moet staan dat hij onderduikers heeft geholpen. “En dat geldt voor meer mensen, die willen dit rechtgezet hebben. Begrijpt u dat?”, vroeg hij de minister.

Het archief met namen werd aangekondigd als lijst met mogelijke collaborateurs. Inmiddels is duidelijk geworden dat er zelfs overlevenden van concentratiekamp Auschwitz op staan, puur omdat zij ooit de Duitse nationaliteit hadden. “Er zijn mensen besmeurd”, zegt SGP-Kamerlid Van Dijk. “Ook nabestaanden van overledenen die op de lijst staan. Had je dit niet kunnen voorzien?”

Volgens de minister was dit inderdaad voorzien in het overleg tussen overheid, Nationaal Archief, het Centraal Joods Overleg, nabestaanden van NSB’ers en andere belangenorganisaties. Er is toch besloten tot openbaarmaking van de namenlijst omdat er bij veel nabestaanden behoefte is om uit te zoeken wat hun familie is overkomen, legde Bruins uit. De lijst is het begin, openbaarmaking van de achterliggende dossiers mag nu niet.

Bruins spreekt de Kamerleden tegen dat de openbaarmaking een rommeltje is geworden. “Het archief is in een chaotische tijd ontstaan. Dat er ook verzetsmensen en overlevenden op de lijst staan is de weerspiegeling van deze chaotische situatie.”

Meer plekken beschikbaar

Hij belooft de Kamer zo snel mogelijk meer plekken in het land beschikbaar te krijgen bij Regionaal Historische Centra, waar mensen op aanvraag in de dossiers mogen kijken. Hierdoor moet de enorme wachtlijst die is ontstaan kleiner worden. Ook bij het Nationaal Archief zelf wordt gekeken naar uitbreiding.

Verder werkt Bruins aan wetgeving die het mogelijk maakt om mensen online, bijvoorbeeld vanuit huis, in de dossiers te laten kijken. Nu bijvoorbeeld inlogcodes verstrekken mag niet van de Autoriteit Persoonsgegevens, omdat mensen dan kopieën kunnen maken die ze kunnen verspreiden.

Share.
Exit mobile version