NOS Nieuws••Aangepast
Coalitiepartij VVD wil voorlopig een verbod op de nieuwbouw, verplaatsing of uitbreiding van geitenhouderijen. Aanleiding is een deze week gepubliceerd RIVM-onderzoek dat aantoonde dat longontstekingen rond deze bedrijven vaker voorkomen.
Oppositiepartijen GroenLinks-PvdA, Partij voor de Dieren en ChristenUnie hadden zich al uitgesproken voor een stop op geitenbedrijven. Ook coalitiepartij NSC laat weten hier “serieus naar te kijken” en daarmee lijkt een meerderheid voor een zogenoemd moratorium in zicht.
Minister Wiersma van Landbouw wil er evenwel niet aan, zei ze in debat met de Kamer. “Het is nu niet aan de orde.” De BBB-minister wil een advies van de Gezondheidsraad afwachten. Het kabinet doet in de tussentijd een beroep op provincies die al een moratorium hebben ingesteld om dat te handhaven.
De afgelopen jaren hebben verschillende provincies al een stop op nieuwe geitenbedrijven of uitbreidingen van bestaande bedrijven ingesteld. Desondanks is het aantal geiten in Nederland de afgelopen decennia flink toegenomen. Dat komt onder meer doordat niet alle provincies een stop hebben. Ook is er in sommige provincies alleen een stop op nieuwe bedrijven; bestaande bedrijven kunnen daar wel uitbreiden.
Waarom zo lang?
VVD-Kamerlid Van Campen zei in het debat dat het goed is dat het kabinet de Gezondheidsraad om advies heeft gevraagd naar aanleiding van het onderzoek, maar hij snapt niet dat dit pas na de zomer komt. “Waarom moet dat zo lang duren?”
De VVD’er wil binnen een maand een spoedadvies dat antwoord geeft op de vraag of extra maatregelen nodig zijn. In de tussentijd moet de sector wat hem betreft dus pas op de plaats maken.
NSC-Kamerlid Holman stelde ook dat er haast gemaakt moet worden met het advies. “Snel en duidelijk”, zei hij. Minister Agema van Volksgezondheid, die ook deelneemt aan het debat, zegde toe dat het kabinet aan de Gezondheidsraad gaat vragen of er snel een advies kan komen.
Dierenrechten
Maar ook op de langere termijn wil de VVD een rem zetten op de toename van het aantal geiten dat in Nederland wordt gehouden. Als het aan Van Campen ligt, wordt ook voor deze categorie een systeem van dierrechten ingevoerd, waarmee de ‘geitenstapel’ beter beheersbaar wordt. “Het is krankzinnig dat dit nog niet het geval is.”
Van Campen zou van landbouwminister Wiersma graag dezelfde “scherpte” zien die zij volgens hem toonde toen onlangs in Duitsland mond-en-klauwzeer (MKZ) uitbrak. Toen nam de BBB-minister direct maatregelen om te voorkomen dat de ziekte zich ook in Nederland kon verspreiden.
Ook Kamerlid Bromet van GroenLinks-PvdA vindt de reactie van Wiersma op het RIVM-rapport “in schril contrast” staan met de “hysterie” rond MKZ, dat uiteindelijk in Nederland helemaal niet werd aangetroffen. Zij wees erop dat dit al het zoveelste onderzoek is dat een verband legt tussen longziektes en intensieve geitenhouderijen.
‘Niet te filmen’
BBB-leider Van der Plas vindt dat andere partijen nogal hard van stapel lopen; ze stelde dat het RIVM-onderzoek “met hangen en wurgen” een correlatie heeft aangetoond tussen longontstekingen en geitenhouderijen, maar geen oorzakelijk verband. Dat omwonenden van deze boerderijen vaker ziek worden kan dus ook toeval zijn, betoogde zij. Dat geitenboeren er verantwoordelijk voor worden gehouden, noemde Van der Plas “niet te filmen”.
Dinsdag kwam het RIVM-onderzoek naar buiten waarin -niet voor het eerst- een verband werd vastgesteld tussen longontstekingen en geitenhouderijen. Wie binnen 2 kilometer van een geitenboerderij woont heeft meer kans op de longaandoening en hoe dichterbij je woont, hoe groter de kans, concludeert het RIVM. Naar schatting overlijden hierdoor jaarlijks tussen de 20 en 100 mensen.
Het kabinet kondigt naar aanleiding van het onderzoek niet direct maatregelen aan, maar heeft dus extra advies gevraagd aan de Gezondheidsraad. Ingewijden in de top van het kabinet vertellen dat de discussie hierover hoog is opgelopen tussen de ministers Agema van Volksgezondheid en Wiersma van Landbouw. Agema (PVV) zou maatregelen willen treffen, maar Wiersma (BBB) wil daar niet aan.
Eerdere onderzoeken
Dat er een verband is tussen longontstekingen en geitenhouderijen is vaker vastgesteld. In 2021 concludeerde het RIVM bijvoorbeeld dat mensen die in landelijke gebieden wonen met veel veehouderijen een grotere kans (26-60 procent) hebben op een longontsteking dan mensen die in landelijke gebieden wonen met minder of geen veehouderijen in de buurt. Geitenhouderijen bleken daarvan een belangrijke oorzaak.
In 2014 toonde RIVM-onderzoek aan dat er 30 tot 50 procent meer kans is op longontsteking in een straal van twee kilometer rond een geitenhouderij.